Met de opkomst van nieuwe technologieën, populaire platformen, hybride artistieke praktijken en de toenemende aandacht voor inclusie is het van cruciaal belang dat de manier waarop we kunst evalueren en bespreken zich blijft ontwikkelen. In onze Meet-up Toekomstkritiek op 13 oktober in De Brakke Grond te Amsterdam brachten we critici, makers en ontwerpers bij elkaar om te verkennen hoe de kunstkritiek met de tijd mee blijft bewegen.

We waren tijdens deze bijeenkomst niet op zoek naar consensus over wat de kunstkritiek überhaupt is: wij houden van de rijkheid en diversiteit van het huidige kunstkritische veld. We zochten ook niet naar een eenduidig antwoord over de richting waarin de kritiek zich moet ontwikkelen.

Wel hoopten we voorbij de huidige uitdagingen te kijken en nieuwe innovaties, kansen en paden bloot te leggen. Domein zet zich hiervoor al bijna twintig jaar in. In onze Labs ligt de nadruk op experiment en het ontwikkelen van nieuwe vormen van kritiek, in onze workshops en masterclasses gaat het vooral om de ontwikkeling van talenten en het zichtbaar maken van nieuwe stemmen. Drie recente projecten van het Domein waren de directe aanleiding voor deze bijeenkomst. Beyond the Black Box (2020), de Digitale Driedaagse (2022) en het tweeluik Xpub Criticism (2022-2023).

Met deze meet-up streefden we ernaar om niet zozeer de resultaten, maar vooral de belangrijkste kansen en inzichten die uit deze afgelopen drie projecten voortgekomen zijn te delen met een brede groep geïnteresseerden. We hebben drie sprekers uitgenodigd die betrokken zijn geweest bij deze projecten om hun ervaringen te delen. We hebben bewust niet drie critici aan het woord gelaten, maar juist een maker (waarover geschreven is), vormgevers en een schrijver, om zo vanuit verschillende perspectieven te reflecteren op onze recente projecten. Eén spreker is benaderd om met een helikopterblik naar het gehele kunstkritische veld te kijken en uitdagingen en kansen te benoemen.

Gasten
Tijdens Beyond the Black Box organiseerden we samen met onze partner Vlaams Cultuurhuis de Brakke Grond in Amsterdam een lab voor hybride kritiek, om aan te sluiten bij een hybride kunstpraktijk. Vier dagen lang werd werk geprogrammeerd waarin de grenzen tussen de kunstdisciplines vervagen. Tijdens het festival kregen acht schrijvers de ruimte om samen met een ontwerper vorm te geven aan hun meest experimentele ideeën over online publiceren. Het resultaat is een online publicatie die nog steeds te bezoeken is via onze website. Één van de hybride projecten waarover we schreven is De Energie Reeks van Collectief Walden. Daarom vroegen we René van Bakel om ons tijdens onze meet-up aan te spreken vanuit het perspectief van de maker.

In het voorjaar van 2022 volgde de Digitale Driedaagse, een avontuurlijk lab van Domein en essayzusje De Nieuwe Garde, i.s.m. de Brakke Grond en het Instituut voor Netwerkcultuur, waarin we met elkaar in de online publicatievormen doken. Wat opvalt is dat in de online kunstkritiek de traditionele vormen nog behouden blijven. Zo staan recensies vaak online als lineaire teksten met enkele geselecteerde hyperlinks en een foto, maar er kan zo veel meer. Met de ontwerpers van Studio Krom maakten we prototypes. Het resultaat: een interactief experiment, een kosmische videokritiek en essays die uitwaaieren of verdwijnen. Met deze ervaring op zak, vroegen we Studio Krom om tijdens onze meet-up in te gaan op de technische mogelijkheden die zij zien.

Schrijver Emma van Meyeren leidde vervolgens het tweeluik Xpub Criticism en zoomt met alle opgedane ervaringen uit deze projecten in haar lecture in op het belang van hedendaagse presentatievormen, passend bij vraagstukken in de huidige wereld, waarbij de troebele grenzen tussen kunstwerk, kunstenaar en bezoeker verkent worden.

Vanuit haar expertise en om de verbinding te leggen naar een internationaal netwerk vroegen we Joke de Wolf als key note spreker de middag af te trappen met een overkoepelende lecture over de huidige stand van- en toekomstperspectief voor de kunstkritiek. Joke de Wolf is kunsthistoricus en criticus. Ze schrijft over beeldende kunst en cultuur voor onder andere dagblad Trouw, De Groene Amsterdammer, Museumtijdschrift en Metropolis M. Daarnaast is ze voorzitter van AICA-Nederland, de Nederlandse tak van de internationale vereniging voor kunstcritici AICA.

Joke de Wolf
Joke begint zoals het Domein ooit begon, in 2004, vanuit de notie dat er sprake is van crisis in de kritiek. Ze stond een weekend eerder nog op de barricades bij DPG media (voor een betere betaling, niet per woord, maar per karakter).

“Ze doen alsof de inflatie voor freelancers niet bestaat. Freelancers die niet zelf een tarief mogen bepalen, maar die vanwege de onpartijdigheid en onafhankelijkheid wel heel selectief moeten zijn met het vinden van beter betalende opdrachtgevers.”

Kranten en dagbladen bieden minder ruimte, ze willen meer beeld, minder tekst en hebben minder geld. Ze vertelt over de eerste keer dat ze het Cultureel Supplement in handen kreeg, bij het NRC Handelsblad, grote pagina’s, dat waren het toen nog, vol tekst. Het moet eind jaren tachtig, begin jaren negentig geweest zijn: dat ging ergens over en dat was fantastisch. Ze wilde kunstcritica worden. Ze spreekt over het hoe, de taal van curatoren en kunstenaars.

“De taal van kunstenaars kan heel direct zijn, zoals die van Kate Burkhart. Maar veel vaker is die net zo vaag als de tekst aan de museummuur. De meeste beeldend kunstenaars zijn beeldend kunstenaar geworden omdat ze zich uit kunnen drukken in beelden. En taal kan warrig zijn, eenvoudiger dan de kunst of juist veel complexer. Het kan betekenissen invullen of juist wegnemen. En natuurlijk moet je praten met die kunstenaars als dat mogelijk is, want zij hebben die kunst gemaakt en vaak kunnen ze er ook meer over vertellen, maar het mooie van het zijn van een kunstcriticus, is dat je zelf mag kijken, of luisteren, of allebei. Je mag zelf woorden vinden waarvan je denkt dat ze de kunst recht doen.”

Hoe ze altijd haar moeder in haar hoofd heeft als ze schrijft, hoe belangrijk het voor haar is dat die haar woorden kan begrijpen. Ze sprak over een revolutie in de kunstwereld, sinds de Documenta in Athene. Hoe veel groter en diverser die is dan daarvoor. Over de emancipatie van outsiderkunst, historische werken die eerder werden overgeslagen en nu een plek krijgen in de canon. Over Iris Kensmil, die zichtbaarheid geeft aan intellectuele mensen van kleur. Over het nationaal debat dat ontstond naar aanleiding van een column van Rosanne Hertzberger over Moments Contained van Thomas J Price in Rotterdam (NRC 03-06-2023). Over hoe kunstwerken niet meer alleen bestaan in de white cube, maar op plekken waar iedereen iets mee heeft en waar iedereen iets van kan leren. Ik sluit af met haar begin.

“Je wil weten hoe de kunst van de toekomst eruit ziet, dat is volgens mij wat we allemaal willen weten, want de kunst zegt ook iets over de toekomst zelf. In de kunst kun je zien of het goed of slecht met ons zal gaan. Of we gelukkig zijn. Wat onze zwakheden zijn. Of we nog in een democratie zullen leven, of er nog iets te genieten valt. Want dat is wat kunst doet. Het houdt ons een spiegel voor, soms is dat een lachspiegel, veel vaker is het een onverbiddelijke spiegel. Zonder filter, keihard in ons gezicht. Soms een beetje onhandig, provocatief. Maar het is altijd een middel waarmee je de temperatuur van de maatschappij kunt meten.”


René van Bakel
René spreekt over de discrepantie tussen zijn ervaring als maker, de ervaring van publiek en de woorden van critici. Twee dagen voor de meet-up begon hij zijn research naar Collectief Walden op google. “Dat moet je natuurlijk niet doen”. Hij quote een essay van Mary Schmich (omgetoverd tot muziekvideo door filmregisseur Baz Luhrman in de jaren negentig, zijn tienerjaren, Everybody is free to wear sunscreen).

Remeber compliments you receive, forget the insults If you succeed in doing this, tell me how

Hij vindt online alleen maar tweesterren recensies. Uit een van die recensies, over Windstilleven, leest hij ons voor. Hij voelt hoe spannend dat is, in een zaal vol critici. Veel spannender dan tijdens zijn voorbereiding thuis. Voor ons is wat hij te vertellen heeft niet alleen fris, maar ook urgent, er staat iets op het spel. Hij herinnert zich die zomer in 2016 heel anders, deze voorstelling.

“Ik herinner me deze zomer. (…) Onze voorstelling viel als een uurwerk in elkaar, heel veel mensen kwamen huilend uit onze camera obscura, de tekstboekjes waren niet aan te slepen; we kregen tientallen mails binnen van mensen die onze epiloog graag voor wilden dragen op begrafenissen of om ons te vertellen dat ze dankzij onze voorstelling in hadden gezien dat ze hun relatie moesten verbreken. We mochten van Oerol het jaar erop terugkomen met precies dezelfde voorstelling op precies dezelfde plek. (…) Komende zomer speelt nog de Hongaarse remake met een Hongaarse cast op twee verschillende festivals deze voorstelling.”

Op hun eerste website toonden ze de recensies nog, eerst alleen de goede (de iets betere), daarna ook de slechte. Inmiddels in zijn geheel niet meer. Mag je de positieve zinnen uit een recensie knippen en de rest achterwege laten op je website? René vraagt zich af: hoe doen andere groepen dat? Het collectief heeft ook weleens overwogen om überhaupt geen recensenten meer te ontvangen. Zelf vindt hij hun werk ook vaak niet goed, niet altijd mooi, soms half geslaagd. Daarmee kan hij leven. Maar met dit soort recensies niet. Een van hun dramaturgen verwoordt het als volgt:

Op het moment dat esthetiek, activisme, beeldende kunst en theater zich met elkaar verbinden, dan kan de kunstkritiek niet achterblijven. Welke interventie in het weefsel van de wereld wordt hier beoogd? Welk mens- en wereldbeeld spreekt er uit dit werk, en hebben we daar wat aan op dit moment?

Emma van Meyeren
Emma van Meyeren schrijft over kunst, muziek en feminisme en de manieren waarop ze elkaar kruisen. Ze publiceerde onder andere in/op VICE, Glamcult, Tubelight, De Groene Amsterdammer, OneWorld, Dipsaus en Het Parool. Voor Domein was ze projectleider van het tweeluik Xpub Criticism.

In het begin van haar lezing neemt Emma ons mee naar De Appel, naar de tentoonstelling Hoop is een discipline. Het valt haar op dat de aanwezigheid van de kunstenaar en de beschouwer er overstroomt in institutionele en zelfs beleidsmatige vraagstukken. Ze ziet: een huiskamer – de meest felbegeerde ruimte voor jonge mensen die naar Amsterdam komen – die ook hier tijdelijk is. Eind 2023 zal De Appel verhuizen naar Amsterdam Oost, waarmee een belangrijk deel van haar opgebouwde kennis en verbinding met de buurt verdwijnt.

Oude presentatievormen sluiten niet langer aan bij de vragen die de wereld ons vandaag toewerpt, zegt Emma, vragen over catastrofe, samen-zijn, collectiviteit, solidariteit, de verdeling van middelen, representatie en rechtvaardigheid. Daarom vindt zij het belangrijk dat bezoekers en kunstcritici zich engageren met de troebele grenzen tussen kunstwerk, kunstenaar en bezoeker. In Xpub Criticism staat deze relatie centraal. Tijdens Beyond the Black Box verwoordde deelnemer Siebren Nachtergaele het als volgt:

Een rode draad in hybride kunstwerken is dat het gaat om werken die vertrekken vanuit de ruimte, en die de multisensorische, belichaamde ervaring centraal stellen in het netwerk van betekenisgeving. (…) Kenmerkend voor hybride kunstwerken is dat het werk samen met of zelfs door de deelnemers wordt gemaakt. Geijkte modellen van kunstkritiek die vertrekken vanuit een beschouwend outsider’s eye-perspectief voldoen hier niet of bieden ontoereikende inzichten.

Xpub Criticism gaat over meerstemmigheid. Publicaties komen gezamenlijk tot stand, gesprekken met publiek worden onderdeel van de reflectie, de vormgever of (web)ontwikkelaar krijgt een stem. In deel 1, een reflectie op Het Grote Blauwe Thuis van nieuwkomer Naomi Brusselman bij Showroom MaMA, werden urgente vragen gesteld over mentale gezondheid. Daphne Rieken, initiatiefnemer en projectleider, koos daarom voor de vorm van het dagboek. Zij vroeg Emma om de Editors van MaMA te begeleiden.

De eerste vraag die het traject bij Emma opriep was in hoeverre een criticus betrokken kan zijn bij een instituut? Er ontstond begrip en misschien zelfs wel loyaliteit.

“Enerzijds zorgde de samenwerking ervoor dat ik de tentoonstelling beter kon begrijpen, anderzijds had ik ook toegang tot processen die voor een bezoeker onzichtbaar zijn en die misschien ook niet relevant zijn voor hun ervaring van de tentoonstelling.”

Vanuit die observatie maakten we, met Emma als projectleider, in 2023 een nieuwe uiting van Xpub, onafhankelijk van een instituut. In beide experimenten was de vorm het startpunt: Emma had ervaring met het begeleiden van dagboekworkshops, schrijver Romy Day Winkel met audio.

“Het viel ons op dat het gemiddelde publiek van dit museum vaak al grijze haren had, terwijl wij de thematiek – volkshuisvesting – zagen als urgent voor onze eigen generatie.”

De distinctie tussen publiek en maker en tussen publiek en instituut wordt minder helder, zegt Emma. In Het Schip is de relatie tussen het instituut en publiek troebel omdat de grenzen van het museum uitlopen in de wijk. Het publiek, in het geval van de audiowandeling, was net zo goed een ongeïnformeerde voorbijganger als een medewerker van Het Schip zelf. In het geval van de dagboeken bij MaMA waren de relaties tussen publiek, criticus en instituut nog nauwer.

Tenslotte komt Emma terug op de woonkamer als metafoor. Ze benoemt de voordelen: huiselijkheid en samenkomst, en de nadelen: het niet publieke, afgesloten karakter. Ze vraagt zicht af: als we oude wetten en regels loslaten, het idee van schotten tussen disciplines, van schotten tussen instituut, kunstenaar en publiek, ontstaat er dan iets nieuws? En geeft dat misschien, zoals in De Appel geopperd werd: hoop?


Studio Krom
Ontwerpers Joris van Oers en Cas Slaats hebben Studio Krom opgericht om te experimenteren met interactief ontwerp en innovatieve technologie. Als programmeurs bouwen of gebruiken ze computersystemen om nieuwe paden te verkennen. Voor Domein waren zij betrokken bij De Digitale Driedaagse.

Ze leggen uit wat Rapid Prototypen betekent. Snel tot een prototype komen. Ze noemen het ook wel Wizzard of Ozzen. Naar het voorbeeld van een tovenaar die helemaal niet kon toveren. Je hoeft er niet technisch voor te zijn, weinig kennis voor te hebben. Het is bijvoorbeeld: Joris die in een kartonnen doos zit en een interventie doet. Ze herhalen hun experimenten net zo lang tot ze weten wat werkt. Stellen kinderlijke vragen, net zo lang tot er een consensus is. Vanuit daar komen ze op nieuwe ideeën. Het is aanstekelijk. Eigen, persoonlijk, learning by doing. En sluit perfect aan bij Domein.


Breakout rooms
Na een korte pauze, ontmoeten we in drie breakout rooms ons publiek. Aan de hand van drie vragen gaan drie gespreksleiders in gesprek met alle aanwezigen inclusief de lecturers. Er staan drie vragen centraal: Wie is er aan het woord? Waarbij het gaat over degene die schrijft, wat is zijn/haar/hen achtergrond? Is dat een maker, een academicus, etc.? Wat is de rol van de culturele afkomst van deze schrijver? Wie is ons publiek? En: Waar reflecteren we op? Zoals altijd, voelt het goed elkaar te ontmoeten. De aanwezigen zijn geen usual suspects, maar een fijne van mix van makers, ontwerpers, critici en partners uit zowel de beeldende kunst als de podiumkunsten. Dit zorgt voor levendige gesprekstafels waar kennis wordt uitgewisseld tussen de verschillende disciplines, nieuwe links worden gelegd en meer vragen ontstaan.

Het is goed te voelen dat dit is waar de kracht van Domein ligt: het samenbrengen van mensen die elkaar normaal niet ontmoeten. Zorgen voor een stevig programma met gasten die zich open en kwetsbaar opstellen, het faciliteren van gesprek en het aanzetten tot innovatieve ideeën.

Wat ook opvalt na de eerste beelden en woorden over crisis, is de veerkracht, de nieuwsgierigheid. Onze sprekers zijn jong en divers, staan midden in de maatschappij. Hun positie in de wereld, hun behoefte aan verandering, nieuwe vormen en stemmen tekent zich duidelijk af in hun beroepspraktijk, hun kritiek. Wat we delen is onze liefde voor de kunsten, voor kijken, langer nadenken. Onze liefde voor taal, woorden geven aan wat nog geen woorden kreeg en het vinden van publiek. Ook op onze meet-up werd weer op vernieuwende wijze gereflecteerd: onze liefde voor beeld tenslotte spreekt uit de eigenzinnige, frisse illustraties die Conform Cox van de lectuures en groepsgesprekken maakte.

De Meet-up Toekomstkritiek werd georganiseerd door het Domein voor Kunstkritiek i.s.m. host De Brakke Grond en werd financieel mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds. Illustraties door copyright Conform Cox.