Als je circus zei, dacht ik aan de grote tent, de piste, de circusdirecteur in zo’n rode slipjas, de clowns, koorddansers, en aan de continue spanning dat er elk moment iets mis kon gaan.

Het is oktober 2023. Tijdens Festival Circolo is het spoorpark in Tilburg omgetoverd tot een circusterrein. Een van de circustenten is een kleine blauwe. Binnen geen piste of houten banken, maar stoelen en een projectiescherm. Geen slangenmensen, maar schrijvers met laptops, boekjes en pennen. Alleen gedachten kronkelen door de tent. En waar de circusdirecteur normaal staat, geeft recensent Joost Goutziers een PowerPointpresentatie over het hedendaagse circus.

Dit is het begin van Circus of Critics. Acht schrijvers: Julia, Jam, Frens, Jopie, Katrijn, Leanne, Nik en Nick. Een combinatie van professionele creatieve schrijvers, essayisten, critici en doorgewinterde circusprofessionals gaan in zes bijeenkomsten en zeven circusvoorstellingen op zoek naar een taal om over hedendaags circus te schrijven. Joost Goutziers neemt de schrijvers de eerste twee bijeenkomsten mee naar de basis van het recenseren en geeft ze handvatten om een recensie te schrijven.

Maar voordat we beginnen met schrijven struikelen we over de vraag: wat is dat hedendaagse circus eigenlijk? Het beeld dat ik zelf van circus had, is enorm achterhaald. De ronde circustent wordt steeds vaker ingeruild voor de grote en kleine zaal in het theater. Waar ik dacht dat circus vooral om de haast bovenmenselijke technische uitvoering ging en het wauw-effect, blijkt het hedendaagse circus veel artistieker, maatschappelijk geëngageerd en meer gelaagd te zijn. In twee maanden tijd gaan we naar verschillende circusvoorstellingen, waaronder een lecture-performance over optimisme, een dans- en circusvoorstelling over de opwarming van de aarde en de macht over water, en een voorstelling over veroudering en de daadkracht van ons lichaam. In het hedendaags circus worden circustechnieken en ‘trucs’ gecombineerd met andere kunstvormen om de inhoud en het verhaal over te brengen.

Tijdens de bijeenkomsten bespreken we de teksten die de schrijvers geschreven hebben. De grote liefde voor het circus sijpelt in de teksten van sommige schrijvers door. Zij krijgen een laag mee die ik nooit zal begrijpen. Een laag die gevuld is met herinneringen en jarenlange ervaring. Maar hoe geef je woorden aan die liefde, aan die magie, zonder simpelweg te vertellen dat je het mooi vindt, dat het je raakt, dat je verwonderd bent, dat je eigenlijk niets liever wil dan zelf circus worden. Want waarom? Wat is dat precies dat je raakt? Wat zie jij dat anderen misschien wel niet zien? Wat heb jij ervaren? En hoe neem je je lezers daarin mee?

De derde en vierde bijeenkomst worden geleid door schrijver Gerda Blees die in 2020 debuteerde met de roman ‘Wij zijn licht’, waarin ze het verhaal over een woongroep die op licht leeft vanuit verschillende perspectieven – van sinaasappelgeur tot een pen – beschrijft. Wat levert deze manier van schrijven op als je dit doet wanneer je over circus schrijft?

Die avond gaan we naar de voorstelling Niks nieuws van Monki. Er wordt ijverig geschreven vanuit een optimistische banaan die de hele voorstelling boven op de paal hoopvol wacht om als kunstobject gebruikt te worden, vanuit de rits van de jas die met tegenzin moet ondergaan hoe die rats langs de paal schuurt, en vanuit de discohelm die zijn optimistische functie bevraagd.

Wat deze schrijfoefening naast veel schrijf- en leesplezier vooral heeft opgeleverd, is de realisatie dat wij circus allemaal vanuit onze eigen kennis, ervaringen en gevoel beleven. En dat uiteindelijk niemand precies dezelfde voorstelling ziet. Zo moest Jopie tijdens van Circus Baobab door de vechtscènes en het onderweg zijn ineens aan de veiligheid van haar dochter denken die nu aan het reizen is. Zo zag Nik in meerdere voorstellingen subtiele verwijzingen naar klassieke circustechnieken. En zo kwamen bij Jam tijdens The Chosen Haram van Sadiq Ali herinneringen boven door het gebaar dat hij met zijn hand over zijn pols maakte.

De vijfde bijeenkomst is Josje Kerkhoven als tafelgast aanwezig. Zij is schrijver bij o.a. MUG magazine, het gratis maandblad voor minima in Amsterdam. We spreken openhartig over inclusie en toegankelijkheid van het hedendaags circus, en hoe wij onze teksten begrijpelijk kunnen maken voor een groter publiek. Volgens Josje vooral door te benoemen wat we bedoelen in plaats van ons te verschuilen achter begrippen en abstracties.

De zesde bijeenkomst werken de schrijvers aan hun eindessays. Ieder vanuit zijn eigen fascinatie.
– Jam van der Aa schrijft een poëtisch essay over nabijheid en vertrouwen in het circus. In korte fragmenten toont ze herinneringen aan het circus van vroeger; observaties tijdens circusvoorstellingen; gedachten over alles wat voor haar niet vanzelfsprekend is; over handen die elkaar niet misgrijpen.
– Jopie Leenhouts neemt jarenlange ervaring en een voorliefde voor een perfecte technische uitvoering mee de zaal in. Ze is een kritische kijker. In haar essay legt ze aan de hand van de circusgeschiedenis uit waarom circus zo bijzonder is en niet onderdoet voor andere kunstvormen.
– Ook Leanne Staugaard ademt circus. Ze schrijft hoe vervlochten ze ermee is en hoe iedere vorm van kritiek op circus voelt als een persoonlijke aanval. Haar essay is een verdediging. Want wie aan het circus komt, komt aan Leanne.
– Julia de Dreu wist voordat ze aan Circus of Critics begon net als Jam weinig van circus af. Ze maakt een drieluik: vliegen, zweven, vallen. Daarin stelt ze de treffende vraag: ‘Wanneer wordt vliegen zweven?’ en vervolgens trekt ze de conclusie dat misschien in het zweven ook de val besloten ligt.
– Nick Verginis doet het helemaal anders. Hij verrast met een humoristische en vertederende dialoog tussen de angstige Kempentoren en de circusartiesten van Company Soft & Salty die op een koude en winderige avond op en rondom deze toren de voorstelling Funnel Vision spelen. Als een kijkje achter de schermen, in de hoofden van de artiesten en de toren.
– Ook Nik Waldram geeft je een andere blik op een voorstelling. Hij neemt je aan de hand mee naar Concrete van Knot on Hands en laat je inzoomen op details en verwijzingen die je zelf wellicht niet gezien had. Zoals de luchtacrobatiekposes die de topacrobaat maakt als ze op de rug van een van de dragende acrobaten ligt.
– Frens te Kiefte, redacteur van Circusweb, verbaast zich enorm over het fotografiebeleid bij circusvoorstellingen en op festivals. Volgens hem moet dat anders kunnen. Zijn essay is een bevlogen betoog gericht aan circusmakers en organisatoren.
– Katrijn De Bleser vraagt zich in haar essay af wat de rol van leeftijd is binnen het professionele circus als bijvoorbeeld acrobaat, en of er zoiets bestaat als het recht van ouder worden. Aan de hand van Glorious Bodies van Piet Van Dycke onderzoekt ze ouderdom, agisme, en in hoeverre je het ouder wordende lichaam mag tonen.

Acht schrijvers. Acht totaal verschillende essays.

Tijdens de laatste bijeenkomst hoorde ik iemand enthousiast tegen één van de andere schrijvers zeggen: “Jij bent zo anders dan ik. Je denkt anders. Je kijkt anders. Je vindt andere dingen. Echt geweldig!”

En zo was het.

Deze recap werd geschreven door projectleider en schrijver Saskia de Haas in het kader van Circus of Critics, een zesdaagse schrijfworkshop waarin onder bevlogen begeleiding van een recensent, een literair schrijver en een redacteur samen onderzocht werd hoe we kunnen schrijven over hedendaags circus. Deze cursusreeks is een initiatief van Domein voor Kunstkritiek in samenwerking met en financieel mogelijk gemaakt door Circuspunt, Festival Circolo, This is not a circus/TENT en Circusstad.

Het merendeel van de essays wordt afgerond en gepubliceerd op Circusweb in het (vroege) voorjaar van 2024. Om de pakweg twee weken publiceren we telkens een nieuw exemplaar, in aanloop naar live voordrachten en een terugblik op Circusstad Festival op 1 mei. Graag tot in Rotterdam!

Beeld: Yé van Circus Baobab, copyright metlili.net