Op dinsdag 27 februari komen (kunst)schrijvers Basje Boer, Gawie Keyser, Kevin Toma, Joke de Wolf, en coördinatoren van het Domein voor Kunstkritiek Josje Kerkhoven, Grâce Ndjako, Anna van der Kruis en Dirk Verhoeven, samen in een vergaderzaal van Filmhuis Slachtstraat in Utrecht. Er is nauwelijks een startschot nodig om onder de gewinterde critici en schrijvers een gesprek op gang te krijgen over het ‘hoe’ en ‘wat’ van vernieuwend schrijven over film.

Tekst: Josje Kerkhoven.

Op tafel liggen boeken van de aanwezige auteurs. Moderator Anna van der Kruis heeft ze voor deze middag gelezen en de schrijvers een reflectie gestuurd. Ze hebben van tevoren nog een eigen tekst opgestuurd naar de andere aanwezigen en iets meegenomen om voor te dragen.

Hoe dichter de teksten bij het schaamteloze ‘ik’ komen, hoe helderder de stijl. Als Kevin voordraagt uit passages van zijn boek-in-wording, valt het stil. De stilte die voelbaar is in de tekst, over een film waarin die stilte een grote rol speelt, neemt de vergaderruimte over. Kevin blijft zo dicht bij zichzelf, zonder zich in navelstaren te verliezen, dat wij als luisteraars volledig opgaan in zijn waarneming en overpeinzingen. Onze eigen associaties zijn er, blijkt uit de bespreking achteraf, maar nemen het niet over.

Het zit ‘m in dat kijken wat hij doet, het nauw beschrijven, nauwkeurig en van zo dichtbij, het verfijnd weergeven van details uit een gesprek of observatie in zijn kamer in het klooster waar hij heeft geschreven. De helderheid valt of staat ook bij de intimiteit van die reflecties. Hoe eerlijk zijn de vragen die de auteur zichzelf stelt? Hoeveel van het antwoord deelt hij met de lezer?

Ruimte, daar gaat het ook over. Waar, op welke plekken, reflecteren de schrijvers op de abstracties waaruit film bestaat? Kevin Toma schrijft in een klooster, Basje Boer beschrijft een ritje naar de bioscoop achterop de fiets. Gawie Keyser zit met zijn kinderen op de bank. Onstoffelijke bespiegelingen dwarrelen neer tussen popcorn en M&M’s op de salontafel. De film zelf is en heeft geen locatie, hoeveel plekken die ook lijkt te bevatten. Een ‘haakje’ naar een bestaande plek is haast onvermijdelijk. Uit een passage van Joke de Wolfs komende boek, over kunst, vrouwen en moederschap, blijkt dat voor andere genres het tegenovergestelde heel vanzelfsprekend is. Het laatste kunstwerk van kunstschilder en beeldhouwer Marcel Duchamp, waar hij twintig jaar in stilte aan werkte, is tentoongesteld in het Museum of Art in Philadelphia. Hoewel de bezoeker het maar vanaf een kant, en alleen door een kijkgat, kan zien, heeft dat kunstwerk bij uitstek ‘een eigen plek’. Het is weliswaar reproduceerbaar, maar ‘woont’ op tientallen nauwkeurig uitgekiende centimeters en komt ook alleen daar volledig tot zijn recht door het situationele karakter, het samenspel met Duchamps andere werken in de zaal ernaast en de associatie met het – inmiddels verwijderde – werk van zijn partner op de binnenplaats onder het raam. Een vergelijkbare situatie in film is alleen denkbaar als een memorabel moment, een première of vertoning, de film verankert. De film kan ook landen als de schrijver reacties van het publiek beschrijft.

Schrijven zonder vrees is niet iedereen gegeven. Er is moed voor nodig, maar ook ruimte, tijd en een kans. Een kans om in het schrijven niets te ‘hoeven’ verdedigen – tegen seksisme, racisme, of vooroordelen over je persoon, tegen politieke meningen. Een kans om niet snel te hoeven schrijven, alleen voor de sterren of ballen boven een recensie. Om niet te schrijven met een breed publiek in het achterhoofd, of een opdrachtgever met specifieke verlangens. Intimiteit als voorrecht, want als je een masker nodig hebt om mee te mogen praten, als je moet schipperen, je moet bewijzen, dan is directheid vaak geen optie.

Dat horen en voelen we aan de voordrachten van – en in het gesprek met – Basje Boer en Joke de Wolf. Zij laveren tussen theorie en geleefde ervaring. Over verlangens of ideeën van vrouwen. Over de vrouw die geen object wil zijn. Uit de gesprekken blijkt dat de behoefte om dicht bij het eigene te schrijven bij iedereen leeft. Basje Boer zoekt naar een middenweg. Met de onhandige opmerking van een vriend over man-vrouwverhoudingen maakt ze een bruggetje naar de transformatie van Sandy in Grease. We bespreken of een boek over kunst, vrouwen en moederschap al dan niet geschreven moet worden door moeders. Gawie Keyser ziet persoonlijke ervaringen als een belangrijke factor voor de filmkritiek van de toekomst. Zijn echtscheiding krijgt een rol in de scène op de bank. Het is saai om een handboek te schrijven, aldus Keyser. We schrijven over film om te ontdekken wat het leven is. Wat is schrijven over film eigenlijk nog zonder te bespreken waar het je raakt? Een leeslijstje van de schrijvers vind je onderaan.

Toma’s tekst maakt indruk door zijn originaliteit en eigenheid. Met een waardige kalmte raakt hij aan de betekenislagen in cultfilmklassieker Carnival of Souls, vanuit zijn persoonlijke reflectie, zonder maatschappelijke relevantie uit het oog te verliezen. Hij schrijft over een besloten kamer in zijn gedachten. Een kamer die, in zijn woorden, niet misogyn is en geen gewelddadige geheimen bevat. Wel een ruimte die voor hem alleen is, en die hij alleen kan inrichten, zoals een filmervaring voor iedereen persoonlijk is. ‘A Room of One’s Own’, eigenlijk, al is het maar om een plek te hebben waar niets verdedigd hoeft te worden en elk filmbeeld vrij kan rondzingen.

Deze tekst is een recap van de expertmeeting op dinsdag 27 februari. Op uitnodiging en onder leiding van het Domein spraken (kunst)schrijvers Kevin Toma, Basje Boer, Gawie Keyser en Joke de Wolf over persoonlijk schrijven en over het midden zoeken tussen kunstkritiek, essayistiek en proza in hun langere teksten en boekuitgaven. Op de expertmeeting volgde het avondprogramma met de screening van cultfilmklassieker Carnival of Souls (1962), gekaderd door voordrachten door Kevin Toma uit zijn tekst, voor een uitverkochte zaal.  De totstandkoming van Kevins boek dat hij schrijft naar aanleiding van deze film wordt begeleid door het Domein en financieel mede mogelijk gemaakt door het Lira Fonds en het Amarte Fonds

Leeslijstje

  • ‘Broadsword Calling Danny Boy’, Geoff Dyer (over Where Eagles Dare)
  • ‘Zona’, Geoff Dyer (over Tarkovski’s Stalker)
  • ‘The New Journalism’, Tom Wolfe
  • Werken van John Berger, Rachel Cusk en W.G. Sebald, Ali Smith (de verweving van fictie, soms autofictie en connaisseurschap)

Bekijk de boektrailer van Kevin Toma’s ‘Tussenruimte’: