Kijken, vragen en vertalen

Chalkroom, copyright Laurie Anderson

Er bestaat een interessante spanning tussen de criticus en de kunstenaar. De criticus zal zeggen: zó zijn de dingen en zó zijn ze niet. De kunstenaar is niet geïnteresseerd in wat ís, maar in wat mogelijk is; de kunstenaar bijt en de criticus beschrijft de wonden.

Ezra Pound zei over poëzie: ‘Make it new.’ Als je iets kunt laten zien alsof het nog nooit op die manier getoond is, overweldigt en raakt en betovert het de toeschouwer. Hier gaat het niet zozeer om vernieuwing, maar om authenticiteit – een eigenzinnige stijl van vertellen, ideeën uitwerken en een vorm uitvinden.

Met een film ontsluit een maker een bepaalde wereld, hij vertelt, toont. Film is een dialoog – misschien een bijtende dialoog, maar toch: een dialoog. En voor een dialoog moet je goed kunnen luisteren. Toch gaan veel critici naar de bioscoop om juist te verdwijnen uit het alledaagse leven, om bij de hand te worden genomen voor een vermakelijke, op maat gesneden escapade. Maar film is onderdeel van het leven, praten over het leven, het leven laten zien. Daarom is het aanwijzen van alleen vernieuwingselementen een te vrijblijvende manier van in dialoog treden. ‘Dit was nieuw en dat.’ Is dat alles wat je te zeggen hebt? Nadat ik je heb verteld over mijn schotwond, het licht dat in de blaadjes trilde, de huilende buurman, het geluid van regenwater in afvoerbuizen, sterfelijkheid, eenzaamheid, schoonheid? De wond is dieper naarmate de beet onverwachter, ‘authentieker’ is; de pijn is per definitie persoonlijk en uniek.

De filmcriticus moet leren om in de wereld van het mogelijke te treden. Hij moet kortom met twee benen in de blubberige modder in gesprek gaan met de film, het leven en zichzelf. Natuurlijk is het goed een kader te schetsen van tradities waartoe een film zich verhoudt – maar dat is maar één van de kaders, niet de kern. De criticus moet hardop leren nadenken, zoeken, persoonlijk worden – essayeren. Een film gemaakt met liefde verdient geen rubricatie of cliché-blurb; hij verdient een serieus gesprek, twijfels, bevragingen, bewondering, boosheid. De kunst van de criticus is de kunst van de dialoog, de kunst van het kijken, de kunst van het vragen, de kunst van het vertalen.