10 jaar De Nieuwe Garde

Terugblikken met Miriam Rasch

Lena Dunham als Hannah Horvath in de serie Girls

Miriam Rasch was in 2015 net toegetreden tot de kersverse redactie van De Nieuwe Garde toen ze de Jan Hanlo Essayprijs Klein won, met als thema ‘Over de liefde’. Precies tien jaar later wint Hannah Boekestijn, na een mentoraat onder leiding van Basje Boer, dezelfde prijs en is voor Miriam de cirkel rond. Tijd om zich op haar eigen werk te focussen en afscheid te nemen. Grâce Ndjako (coördinatie DNG sinds 2022) en Anna van der Kruis (redactielid van DNG sinds 2023 en kernlid van Domein voor Kunstkritiek sinds 2018) ontmoeten haar bij Café Floor in Rotterdam en gaan met haar in gesprek over wat haar is bijgebleven.


Vraag 1. Je hebt 10 jaar vergaderd met DNG, wat was de leukste vergadering ooit?
Onverwachte vraag. Ja, kijk, wat iedereen denk ik wel zal herkennen: de leukste vergaderingen zijn de vergaderingen in real life, niet online. Ik herinner me bijvoorbeeld nog dat we hier in de tuin zaten. Er was veel ruimte voor gesprekken en mensen hoefden ook niet gelijk binnen een uurtje weer terug.

In de begintijd bijvoorbeeld was Wouter Hillaert, bij Rekto:Verso in Antwerpen, heel belangrijk in het organiseren van dingen. Hij wilde altijd komen, ook al was het voor hem ver weg. Ik herinner me ook het Laboratorium Actuele Kritiek, dat we organiseerden in samenwerking met het Domein voor Kunstkritiek en INC, de jongelui die daar op afkwamen. Maar het leukste is natuurlijk toch het bezig zijn met de essays of met de essayisten zelf. 

Welk essay heeft je het meest verrast?
Wat een moeilijke vraag. Ik heb dat ook als ik romans lees, ik onthoud niks. Ik zou er echt weer doorheen moeten gaan. Maar goed, dat iemand de Hanloprijs wint, is toch wel een kroon op ons werk. 

Wat was er verrassend voor jou aan wat Hannah heeft gedaan?
Nou, ik heb zelf ook een tijd lang zo’n fascinatie gehad voor reality shows en beroemd worden. Ik wilde als kind heel graag beroemd worden. Tot ik me realiseerde wat dat dan inhoudt. Dat mensen je op straat aanspreken. Dat is echt helemaal niks voor mij.

We hebben natuurlijk ook best veel essays gehad over persoonlijke trauma’s of identiteitsstruggles. Dus ook de moed van mensen om dat op papier te zetten en dan in een eerste versie aan ons op te sturen, dat is meer in het algemeen. En dat je die dan volgens later ergens anders weer terugziet.

Ik mocht ook een keer zelf iemand begeleiden, dat was Emma van Meijeren. Zij werd een goede kennis van me. Dat zij daarna een boekje heeft gemaakt (Ook ik ben stukgewaaid, 2020 red.) is ook wel bijzonder geweest voor mij. 

Miriam Rasch (rechts) begeleidt Emma van Meijeren (links)


Dus eigenlijk toch ook weer de ontmoeting op persoonlijk niveau en dat je iets met elkaar opbouwt?
Nou ja, en wat dus ook grappig is, ik stond dit jaar op het internationaal literatuurfestival Read My World. Waar Emma mede programmeert. Zij had mij  uitgenodigd om een essay voor te dragen, op dat moment was zij dus ineens mijn eindredacteur.

Kun je iets vertellen over de begintijd, hoe ging het eraan toe?
Ja, even denken hoor, want… Domein voor Kunstkritiek organiseerde dat Laboratorium Actuele Kritiek. Daar waren wij bij het lectoraat internetstudies en digitale media, waar ik toen werkte met Geert Lovink, vaag bij betrokken. Ik was erin geïnteresseerd, vanuit mijn eigen praktijk.

Toen leerde ik Sonja van der Valk en Wouter Hillaert kennen, zij hadden het idee voor de DNG, met Merlijn Olnon en Dirk Vis. Toen dacht ik: daar wil ik dan wel bij. Volgens mij dacht Sonja toen zoiets van: ja maar, wie ben jij? Toen won ik de Jan Hanlo Klein en had zij wel zoiets van, oh ja, misschien moet je er wel bij. Zo begon het.

Daarna hadden we heel lang nog gedoe over de website. Want we moesten een systeem verzinnen waarbij iets aan de voorkant binnenkomt dat je aan de achterkant kunt verwerken. Daar ging nog wat tijd overheen. We zouden onderdeel worden van de website van De Gids en dat duurde best lang. En toen is er natuurlijk ook die eerste periode geweest waarin we geen coördinator hadden. Dat was nog zonder Ruth (Kief, red.). Toen deden we gewoon best wel veel, of alles zelf eigenlijk. 

En toen kwam Ruth. Veranderde er toen veel?
Ja, toen werden we professioneel. In het begin waren we natuurlijk een klein clubje, tegelijk redactie en organisatie en alles. Met Ruth kwam daar verandering in, die heeft daar echt een redactieraad van gemaakt. Dus op een gegeven moment zagen we elkaar nooit meer. Dat klopte ook natuurlijk, want het hoefde ook niet. Dat veranderde toen.  

Dat is vooral organisatorisch. Heb je ook een inhoudelijke ontwikkeling gezien in die afgelopen tien jaar? Hoe DNG zich ontwikkeld heeft?
Tien jaar geleden was het veel meer van ‘een essay, wat is dat?’ Dat zie je ook in de inzendingen. Die zijn veel beter, of de selectie van Grâce is beter. Het niveau is veel hoger. Tien jaar geleden waren we vooral bezig met de mensen bij elkaar brengen die het begrepen.

Een soort wonderlijke voorhoede?
Ja en dat hoeft nu eigenlijk niet meer, dus je kan op een ander level beginnen. 

En wat is de ideale mentor voor DNG? Wat brengt die in een mentoraat?
De ideale mentor, is een redacteur van een tijdschrift waar het essay ook uitgegeven wordt. Heel praktisch. Het duurde wel even voordat we dat doorhadden, hoor. Want in het begin… Eerst wilden we gewoon een mooie tekst maken. De ideale mentor is toch meer iemand die gewoon een hele goede redacteur is en niet per se inhoudelijk.

En de ideale essayist?
Voor de DNG? Ja, iemand die zich nog laat begeleiden natuurlijk. Dat is denk ik de kern.

Want is het product dat we aanbieden het mentoraat of het essay dat het oplevert?
Het is wel een goede vraag. Hoe dat zich tot elkaar verhoudt inderdaad. Ik denk toch het mentoraat. Het bestaansrecht van DNG is niet om goede essays te produceren, maar om mensen een leerervaring te geven.

Want?
Je leert het meest van iemand die in de praktijk bezig is met essays publiceren.

Hoe werkte dat voor jou? Hoe heb jij jezelf ontwikkeld als essayist?
Ja, ik herinner me nog wel redactiemomenten, het leren: hoe ga je om met feedback? Hoe laat je dat toe?

En denk je dat DNG bereikt wie ze wil bereiken?
In het begin stond er overal ‘voor de jonge essayist’, dan zei ik: Nee, niet voor de jonge essayist, voor de aanstormende essayist. Leeftijd, dat maakt niet uit. Maar nu blijk ik zelf ook geneigd om te zeggen: Ik ben niet meer jong. De aanmeldingen die we krijgen zijn toch vooral van jonge mensen. 

En zijn er ook fuck-ups die je met ons kan delen?
Ik herinner me een samenwerking met de Prijs voor de Jonge Kunstkritiek. Essayisten die niet de eerste prijs wonnen, maar de tweede of de derde, kregen een mentoraat aangeboden. Dat bleek over te komen als troostprijs. Zo van: Ik ben niet goed genoeg, ik moet nog een mentor krijgen. Dat werkte averechts. Ze wilden helemaal geen mentoraat.

Dat voelde als een straf, eigenlijk?
Ja eigenlijk wel, ja: Jij moet nog even terug de schoolbanken in. Dus dat was niet zo’n succes. Toch is samenwerken altijd the way to go. Ook in de bekendheid, de zichtbaarheid. 

Het is interessant hoe DNG is begonnen in het brein van Sonja en nog een paar leuke mensen. Hoe het zich in de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld, maar dat het op een gegeven moment ook minder duidelijk wordt van wie het is, hoe je het in de lucht kan houden. Toch is het juist in deze tijd belangrijk om scherp te formuleren en te blijven schrijven. Als je kijkt naar de periodes van de geschiedenis waar we bijvoorbeeld op school over moesten leren, dan hing dat vaak samen met de manier waarop denkers er destijds over dachten. Anders gezegd: May you live in interesting times. Nou, kom maar door.

Het is natuurlijk ook voortdurend crisis. Sonja heeft het Domein voor Kunstkritiek opgericht omdat de kritiek in gevaar was. En dat is al twintig jaar hetzelfde.
Dat is ook hoe ik terugdenk aan hoe het begon. 2016 zal voor mij altijd het jaar zijn van Brexit. Tegelijkertijd was het ook de tijd van de personal essay met de genummerde paragrafen. Waarin mensen hun eigen quirky dingen gingen uitvogelen. Dat deed ik ook in mijn Jan Hanlo essay, 12 genummerde stukjes. Dat was toen hip. Ik weet niet waar ik dat vandaan had. Nu zie ik het nog wel eens en denk ik, nee, dat moet het niet zijn.

Dat doet ook denken aan het personage Hannah Horvath uit de serie Girls.
Nou, die tijd! Dat is precies die tijd. The voice of my generation. Nee, wat was het nou? 

I think that I may be the voice of my generation. 
Or at least a voice. 
Of a generation.
Nu is alles toch ook meer politiek allemaal, dat is ook nodig. Tegelijkertijd vind ik het ook zonde als niemand meer aandacht heeft voor de gekke, puur persoonlijke dingen.

Het zijn altijd golfbewegingen.
Ja, ik lees ook juist nu steeds meer romans als escapisme. Om niet alleen maar over politiek te lezen.

Misschien is juist het persoonlijke het enige waar we echt iets over kunnen zeggen. Wat dat betreft is de filosoof Montaigne (Essais, 1580, red.) nog steeds een ijkpunt. Je kan wel studeren, je kan wel luisteren en het is ook belangrijk dat je dat doet, dat je jezelf daarin traint, maar tegelijkertijd spreek je je misschien ook snel uit over iets waar je weinig verstand van hebt.
Of waar al heel veel over is gezegd.

Waarin je vooral elkaar kopieert. Ja.
Dan is eigenlijk de vraag hoe DNG zijn maatschappelijke relevantie kan aantonen.

Als ik voor mijzelf spreek: Ik heb er plezier in om onderdeel te zijn van de redactie, om de andere redactieleden te ontmoeten, om met elkaar in gesprek te gaan over wat we maatschappelijk relevant vinden. Ik (Anna, red.) voel me wel een vrouw van de wereld, omdat ik onderdeel ben van DNG. Toch wel, hoe klein het ook is.
Ja, het is gewoon leuk!


De Nieuwe Garde helpt beginnende essayisten op weg. DNG is een platform dat de krachten van de literaire, culturele en wetenschappelijke velden verenigt, en die inzet om beloftevolle schrijvers hun weg in de essayistiek te laten vinden. DNG werkt met een redactie, een coördinator/penvoerder, een redactieraad/ partnernetwerk, mentoren, en de steun van een aantal partijen die de doelstellingen delen en de benodigde middelen beschikbaar stellen.

Lees hier meer over de huidige schrijvers, hun trajecten, essays en begeleiders.

De Nieuwe Garde werd opgericht door De Gids en het Domein voor Kunstkritiek. Het Domein is penvoerder, fondsenwerver en redactielid. De Nieuwe Garde ontvangt financiële steun van de Van Bijleveltstichting.