Bezig blijven met wat er is


Op vrijdag 9 mei werd ik uitgenodigd door Domein voor Kunstkritiek om een maker te volgen tijdens een tweedaags symposium in Antwerpen. Op de namen van de drie schrijvers, de drie ‘initiators’ van het symposium en drie uitgenodigde kunstenaars na, was het hele opzet voor het weekend een mysterie. Ik besloot om tijdens de twee dagen zo gedetailleerd mogelijk bij te houden hoe ik ontrafelde wat het opzet van dit project precies was. Hoe kom je tot een eindproduct als de randvoorwaarden ontbreken? 

De Wintertuin van het KASK in Antwerpen zou het speelveld worden. De ruimte was ooit een kloostertuin, enkel de ramen op regelmatige afstand, omringd door een lange gang herinneren je aan wat ooit groen moet zijn geweest. Grijze tegeltjes bedekken de vloer, de muren waren ooit wit, maar zijn ondertussen vuillichtgrijs. 

Een rondje van alle aanwezigen maakt het opzet niet duidelijker. Er zijn drie ‘initiators’, drie schrijvers en drie uitgenodigde kunstenaars. Fotografen, performers, dansers, schrijvers, een fluitiste en een geluidskunstenaar. 

Er is een volledig, lang en gedetailleerd transcript van de twee dagen. Elke gedachte die door mijn hoofd ging over ‘het proces’, elke observatie over ‘het evenement’ staat erin beschreven, de hele zoektocht naar de betekenis van deze twee dagen, de uiteindelijke opdracht en resultaat van dit tweedaags symposium. 

Wat volgt, zijn de thema’s die de rode draad vormden doorheen de voorbereidingen aan de hand van het eindproduct op zaterdag. 

Feedbackloops

Het centrale thema van dit evenement zou draaien om feedbackloops, dat lag al vast vanaf dag één. Handelingen van de toeschouwers en makers moeten een reactie oproepen en opnieuw nieuwe handelingen oproepen. Herhalingen kunnen de ervaring ofwel telkens resetten, ofwel invloed hebben op de volgende. Daar ligt net de term feedback in besloten, al kan de feedback ook binnen één loop zitten. De vraag is ook of een toeschouwer zelf mag kiezen wanneer hij in de installatie stapt: wanneer hij wil of aan het begin van elke loop.

  • Terwijl ik live een gedetailleerde tekst schrijf, leest een maker over mijn schouder mee. Boven mijn tekst projecteert een fotograaf de beelden die ze van het evenement maakt. Hij herkent zichzelf in mijn beschrijving en merkt op hoe tekst en beeld elkaar beïnvloeden. 
  • De cursor in mijn geprojecteerde tekst flikkert in een ritmisch, onvoorspelbaar tempo, de beelden defileren dan weer regelmatig. De betekenis van de woorden en van de beelden verandert door elkaars invloed. Ditmaal niet in het geproduceerd materiaal maar in de betekenissen die ze krijgen.
  • Een maker installeert de video die eerst nog op de sokkels geprojecteerd was, boven de projectie van deze tekst. Hij vraagt me om er over te schrijven. 
  • De geluidskunstenaar zoekt de grens op waarop zijn feedback kan ontsporen. De dwarsfluit weerklinkt in de haperingen, in de twee geluiden die het instrument maakt: een ademhaling en een toon tegelijkertijd. 
  • Een belichaamde performance doet denken aan de zwierige bewegingen van zeewierstaafjes in een rustige zee. De lichamen van toeschouwers en makers bewegen in eenzelfde tempo, in een continu, voorspelbaar ritme. Ze verbinden met elkaar, in beweging en in hun blikken. 
  • Een spiegel reflecteert de camera periodisch terwijl hij om zijn as draait.
  • De lange stok van de camera trekt een rol papiertape mee die aan een visdraad aan het plafond bevestigd is. De rol zwiept heen en weer als een slinger.
  • Geluiden ontstaan uit toevallige fricties. Een ratelende en haperende sokkel wordt een dondergeluid, een drone. De ademhaling van de muzikant stemt zich af op feedback van de geluidsinstallatie.

De rol van de toeschouwer en belichaamd denken

Wat ook al sinds de eerste uren vaststond, was dat de namiddag zo horizontaal mogelijk moest worden. De toeschouwer krijgt agency. Ze moeten actief en responsief mogen zijn, zo evenwaardig als de makers zelf. Op het middenvlak, uit witte tegels, moeten de toeschouwers meedoen. Als ze enkel willen kijken, kunnen ze op de zwarte tegels gaan staan.

De dag mocht niet draaien om theorie of in academisch denken verzanden maar het resultaat moest ontstaan via lichamen – door beweging, nabijheid, aanraking, ademhaling eerder dan door overleg. Op voorhand dachten de makers zelfs protocollen uit voor moest een van de toeschouwers toch aan art speak doen. Dan zouden ze vriendelijk naar de zwarte tegels geleid worden. 

  • Het evenement begint met wat weinig spanning. Zonder publiek is er toch ook geen concrete activiteit, iedereen blijft zich wat bezighouden. 
  • Banaliteiten worden ook zonder publiek al snel performance. Wanneer een performer een kop koffie wil nemen uit de thermos, die nog steeds aan het statief van de camera bengelt, moet ze grappig hurken. De handeling is dubbel grappig, want hij mag tegelijkertijd niet gezien worden en toch is hij ook performatief. De makers worden zo toch ook toeschouwers. 
  • De aanwezigheid van het publiek maakt elke handeling afgemeten en geladen. Naarmate de muziek luider wordt, ontspant de sfeer: gesprekken ontstaan, iemand neemt geluid op met een dictafoon, een ander fotografeert het gebeuren. 
  • Tijdens de belichaamde performance mengen toeschouwers zich onder de performers.
  • Het publiek experimenteert zelf met de microfoons, met de goud-zilveren doeken of blijft aarzelend bij de ingang hangen.
  • Een schrijver kruipt onder het plastiek vel en neemt de rol van de middelste pilaar over. Het doek waait over zijn hoofd. Hij verbergt zich en wordt toch deel van de installatie. 
  • De muzikant blaft, hakkelt, fluistert woorden in de dwarsfluit of trekt een ballon tussen haar handen en laat ze schieten tot ze uit haar handen klakt. De lucht die ze eruit perst probeert ze met de contactmicrofoon te versterken.


Iteratie, herhaling en chaos

Feedback is alleen evolutief en dus interessant als er herhaling, iteratie en een beetje chaos is. Embracing Chaos, is de leuze van de geluidskunstenaar. How much am I imposing myself on the machine? How random is true randomness? Hij haalt ook entropie aan: structures need chaos to develop.

Herhalingen en variaties maken tijd voelbaar. Tussen 14u en 17u ontstaan dan ook geen nieuwe installaties, enkel verschuivingen en hernemingen, iteraties op vorige installaties.

  • Het plastiek vel over de sokkels hangt eerst nog losjes over de sokkels maar makers plakken hem toch vast. Ze verschuiven ook de middelste ervan, de schrijver neemt de plaats in van de verdwenen sokkel.
  • Een ander groepje verzamelt een hoopje posters en wat rommel en verschuiven ze onder de koffietafel. 
  • Alle zilveren dekens worden verzameld. Een van de twee wordt over een trekken gedrapeerd, maar aan één kant geschoven. Opvallend genoeg ontstaan er geen nieuwe installaties, alleen variaties op hetzelfde, met hetzelfde materiaal.
  • De ventilator trilt soms regelmatig doordat hij aanstaat, of onregelmatig omdat hij over de grond wordt gesleept. Soms schuift hij bijna onhoorbaar mee, soms ratelt hij tegen. 
  • Er zit repetitie in het geluid: Sommigen zoals het onregelmatig ritselen van de plastieken, anderen regelmatig ratelend als de vloerventilator. Ook in de geluidsband zit een mengeling van een repetitieve drone en onverwachte nieuwe evoluties. 
  • De beamerprojectie van een videowerk wordt eerst in het heel klein geprojecteerd op de hoek van een sokkel, wordt verplaatst naar boven de live tekst en terug op de sokkel geplaatst. 

Bezig blijven met wat er is

De belangrijkste methode om tot iets te komen zonder een helder eindpunt blijkt om bezig te blijven. Uitvouwen, ordenen, plakken. Hoewel de introductie leek te azen op destructie als methode om tot iets te komen, blijkt accumulatie vriendelijker, constructiever. 

Makers reageren daardoor op het materiaal dat er op hun werkveld ligt. Materialen zijn niet enkel een middel maar sturen mee het proces en zijn in die zin gelijkwaardig aan de toeschouwers én aan de makers.

  • De zilveren dekens worden eerst nog over de trekken gelegd, een ventilator doet ze ritselen. Ze worden ervan afgetrokken en terug opgelegd. Drie nieuwe dekens worden aan elkaar geplakt, verfrommeld en over een sokkel geplaatst. Alle zilveren dekens worden verzameld en opnieuw over de trekken en een sokkel gedrapeerd. Zilveren doeken worden aan de voorkant van de constructie getapet. De ventilator moet het zilveren doek als een zeil opblazen, maar de luchtstroom duwt het doek de zijkant op, waardoor het geen lucht meer kan vangen. De zilveren dekens hangen tussen de stelling en één sokkel, wappert door de ventilator die eronder staat. De camera is gericht op het wapperend zilveren doek, de monitor staat op een sokkel naast de constructie. Het zilveren doek wordt als een zeil aan de boven- en onderkant van de stelling vastgemaakt.  De ventilator blaast deze niet bol, maar als een regelvlak met een tweedegraadsvergelijking als leidraad. 
  • Over de nacht heeft zich wat statische elektriciteit opgebouwd in het plastiek waardoor die als een natte doek aan de witte sokkels plakt. 
  • De rol papiertape wiebelt onbedoeld mee met de lange stok aan het statief van de camera. 
  • De beamerprojectie van een videowerk wordt eerst in het heel klein geprojecteerd op de hoek van een sokkel, wordt verplaatst naar boven de live tekst en terug op de sokkel geplaatst. 
  • De contactmicrofoon pikt de geluiden op van een ballon, van een polaroidcamera of van de presentatietafel. 

Kaders en perspectieven

De blik van de toeschouwers moet geproblematiseerd worden: hoe lang kijk je naar een schilderij? Net zolang tot je de anderen overtuigd hebt dat je goed gekeken hebt, weten de kunstenaars die geregeld met studenten naar een museum gaan. Performative spectatorship. De fotograaf merkt op dat je altijd een andere relatie hebt tot een beeld én tot je herinnering van datzelfde beeld. Veel herinneringen zijn gebaseerd op je beeld van een foto. Tweelingen wisselen vaak herinneringen zonder echt te weten wie waaraan deelnam. Maar ook in muziek maken, zit er een verrassend onconventionele manier van herinneren: ofwel speel je een partituur vanuit een lichamelijke herinnering, ofwel een samenspel vanuit een afgesproken kader aan interacties. Kunst lees je alleen maar doorheen je eigen kaders, de kunstenaar legt willens nillens kaders op.

Kijken wordt een actieve daad van handeling en is minder gedwongen dan gevreesd.

  • Een schrijver plakt een lang stuk papiertape op de grond, radiaal naar de camera toe en schrijft er wat op. Dezelfde schrijver plakt stukken papiertape orthogonaal met de sokkels. 
  • Iemand maakte zich gisteren zorgen dat de camera altijd een structurerend element wordt, alle aandacht als een trechter naar zich toe kanaliseert. Die had waarschijnlijk niet verwacht dat dat enkel zou gelden voor de richting van de schrijverstape op de grond, niemand anders kijkt ernaar. 
  • De monitor voor de camera wordt verplaatst en verandert de opstelling. Wie de camera beweegt ziet het resultaat er niet van. 
  • De spiegels heroriënteren en reflecteren de blikken van de toeschouwers.
  • De video van de man verandert van betekenis in combinatie met een tekst. 
  • Het publiek verschuilt zich regelmatig achter de gordijnen van de zaal of kruipt in een hoek, op de zwarte tegels. 


Zaterdag 10 mei, 17u

De afspraak was dat het hele gebeuren om 17u tot een eindpunt, een apotheose moest leiden. De stelling is het centrale punt van wat er gebeurt. De zilveren dekens hangen tussen de stelling en één sokkel, wappert door de ventilator die eronder staat. De camera is gericht op het wapperend zilveren doek, de monitor staat op een sokkel naast de constructie. Op de sokkel waar de zilveren dekens op vastgeplakt zijn, zijn er twee projecties. De ene is een bewegend portret van een man, op de andere moet de live tekst geprojecteerd worden. Vlak naast de sokkel staat een statief met de camera. De tafel met instrumenten en de contactmicrofoon staat vlak bij de muziekinstallatie, tussen het gevaarte in.

De paradoxen stapelen zich op. Het evenement wil geen eindproduct tonen en toch verschijnt er een samenraapsel van alle ideeën van de afgelopen twee dagen. Een publiek moest tegelijkertijd getuigen zijn van een proces maar er toch ook deel van uitmaken. De afbakening van het speelveld is gedefinieerd door de grote rechthoek witte tegels. Een toeschouwer luisterde op de gang al naar de geluidsinstallatie maar evengoed begrensden de verschillende installaties zelf, of ze nu bij elkaar staan of verspreid zijn over de ruimte. 

Iets na half zes is de ruimte zo goed als terug leeg en wandelt een laatste toeschouwer binnen. Ze heeft zich zo gehaast om hier op tijd te zijn en wil absoluut weten wat hier gebeurde. De fotograaf laat haar door de foto’s bladeren, terwijl de rest opruimt.