Mijn toneelkijker: in of uit de zoom?

Essays schrijven over hedendaags circus - foto Knot on Hands - CONCRETE - copyright Laura-Anne Grimbergen


Zie je het ook? Die scène in de voorstelling Concrete van partner acrobatiektrio Knot on Hands? Langzaam draaien de drie artiesten in steeds snellere cirkels. De dragende acrobaten – Mario Kunzi en Tijs Bastiaens – tillen de bovenste acrobaat – Britt Timmermans – telkens op en af, omhoog en omlaag, staand op haar benen of handen. In het midden van deze series partner acrobatiek, terwijl zij op hun schouders lag, lijkt Britt opeens korte luchtacrobatiekposes te maken. Alsof ze aan een draaiende trapeze of doek hangt.


Wow, wat een verrassend plaatje: zwevend op acrobatiek die extreem gegrond is – letterlijk staan de voeten van de dragende acrobaten stevig op de grond. Het zweven in deze scène duurt maar heel even, misschien zie je het niet eens. Heel vluchtig blijft het bij een glimp van een beeld. Voordat het vervliegt en doorgaat in de bijna eindeloze reeks aan acrobatische bewegingen. Het bouwt op totdat de acrobaten even hun rust vinden op een plek tussen de spotlight en de betonnen muur van het theater.


Vroeger zou ik mijn observatie in real time hardop uitspreken, bang als ik was dat mijn gezelschap alle waarderingen en details zou ontgaan die míj opvielen. Dat deed ik totdat ik op lieve toon leerde om soms ook stil van een voorstelling te genieten. Tenslotte, niet iedereen geniet ‘beter’ door mijn begeleidende commentaartjes.

Over details gesproken, toen ik tien jaar was kocht mijn vader een toneelkijker voor me. Dat deze kleine verrekijker een passief en wat onhandig ding was, werd mij snel duidelijk. Gelegenheid voor de aanschaf was onze plaats op de galerij van een majestueus Theater Carré tijdens het jaarlijkse Wereldkerstcircus. Op de galerij zit je helemaal bovenin de zaal, nog iets hoger dan de vliegende trapeze. Met de toneelkijker kon ik vanaf daar de afzonderlijke haren tellen van clown Bello Nock, vele meters lager in de piste en toen echt mijn idool.


Na één minuut volgde ik de rondspringende clown al niet meer door de lens van mijn traag verstellende volgspot. Toen niet veel later een kudde paarden de piste in denderde en van de héle circuspiste tegelijkertijd bezit nam, legde ik het kartonnen hulpmiddel – met Carré-logo – aan de kant. Want met dat nauwe kijkblik zie je misschien wel één subtiel gebaar, maar mis je de schaduweffecten van de volgspot, de onnavolgbaar snelle viervoudige salto en de kolkende reactie van het publiek. Soms gebeurt ‘de magie’ helemaal niet in de zoom, maar in de zaal om je heen.


Heb je wel eens rond gekeken tijdens een voorstelling? Iedereen heeft een eigen blik, en toch wordt er in het circus (of theater, cabaret, concert, you name it) heel veel preciés tegelijkertijd gelachen, collectief de adem in gehouden en als één persoon een staande ovatie gegeven. Kennelijk bestaan ervaringen ook of vooral (?) in onze gezamenlijke zoom, buiten de eigen kijker.


Toch heb ik de passie voor details nooit los willen laten. Je aandacht kunnen verleggen van het detail naar het grote geheel en terug maakt het mogelijk om meerdere lagen in het circus te ontdekken. Voorstellingen zitten vol klein vakmanschap, details waar jaren denk- en handwerk achter zit, subtiel ‘lenen’ en ‘verwijzen’ naar andermans werk of acrobatische tradities.


Ik denk terug aan een scène in Concrete. Iedereen in het publiek ziet hoe een artiest omhoog wordt getild tegen de muur en daar horizontaal verder acrobatiekt. Maar hoeveel mensen zullen ook de specifieke vertical dance beweging hebben herkend, welke normaal wordt uitgevoerd door artiesten die aan een koord hangen en tegen de muur omhoog en omlaag lopen, zweven, dansen. Britt, Mario en Tijs bouwen deze choreografie van onderaf op, de laatste twee de eerste op handen dragend.


Ze loopt horizontaal tegen de muur op om opeens te springen en – nog steeds horizontaal – een salto op handen te draaien voordat ze weer met haar voeten tegen de muur landt. Een magisch beeld, verrassend omdat het in mijn hoofd zo verbonden is aan een totaal andere discipline. Het doet wat met me. Telkens die momenten van verrassing, doordat ze (voor mij bekende) acrobatische bewegingen ‘lenen’ van elders en op een eigen manier uitvoeren. Misschien zijn die aha-momentjes niet eens zo bedacht, was het enkel een flits toeval. Maar ja, voor mij is het om het even.


Ik zoom uit en zie ook hoe drie mensen zo hoog mogelijk tegen de muur proberen te klimmen, alsof ze er overheen willen, tot aan het dak en daar voorbij. Alleen lukt dat niet. De muur heeft geen opening aan de top. En om het plafond te raken is zelfs de drie personen hoge mensentoren niet hoog genoeg. Als je op glad beton verder wil klimmen moet je superkrachten hebben.


En uiteindelijk zijn deze acrobaten – ondanks hun jarenlange training waarin ze een gigantisch repertoire aan tricks leerden, die duizenden mensen voor hen hebben opgebouwd en voor nog velen meer altijd onmogelijk zullen blijven – ook maar gewoon mensen. Daarom blijft het in Concrete bij ‘de muur ontdekken’: van beneden omhoogklimmend terwijl ze elkaar tegen de wand aanduwen en zij ondersteboven terug naar beneden glijdt alsof ze een handstand maakt op lucht, om uiteindelijk zachtjes op de vloer te landen.

Tegenwoordig hoef ik mijn opmerkingen – van eerder – niet meer voor me te houden. Ik schrijf ze op, in dit essay en circusmagazine De Piste. Dan kan jij rustig van de voorstelling genieten, zonder bang te hoeven zijn ook maar een detail te missen.

Beeld: Concrete van Knot on Hands tijdens de première op This is not a circus 2023, copyright Laura-Anne Grimbergen.