Mag ik bij jullie aanschuiven?

Essay over: Wie is Emmy?


Als ik een podcast luister heb ik vaak het gevoel dat er iemand vlak achter me staat. Een mond vlakbij mijn rechteroor, één hand op mijn linkerschouder die me door de wereld stuurt, de warmte van een ander lichaam tegen mijn rug. Dit effect verdwijnt zodra ik een podcast luister met twee of meer hosts. Ik visualiseer ze dan altijd zittend aan tafel voor me, tegenover elkaar. En ik? Ja, waar zou ik mezelf eigenlijk positioneren? 

Het is niet dat zo’n podcast meteen afstandelijker is, want de band tussen de hosts creëert ook intimiteit. Maar een verhaal beleef je natuurlijk anders als je niet het gevoel hebt dat het aan jou wordt verteld, maar aan iemand anders. Soms kun je je de derde persoon voelen die aanschuift aan tafel, soms voelt het alsof je een van de twee bent, en soms zweef je een eindje van de tafel vandaan. 

Mengvorm
De nieuwe podcast Wie is Emmy? heeft twee makers, die beiden host zijn. In zestien afleveringen willen Daan Windhorst en Nikki Dekker tot een antwoord komen op de vraag wie de persoon is die lelijke, dure en frauduleuze kleurboeken voor volwassenen maakt en deze onder twee verschillende pseudoniemen verkoopt. 

Wie is Emmy? is niet het type podcast met meerdere hosts dat je als chatcast zou kunnen typeren. Windhorst en Dekker zitten niet altijd letterlijk tegenover elkaar aan tafel, wat wel het geval is bij chatcasts als De Eeuw van de Amateur, Marc-Marie en Aaf Vinden Iets of De mediameiden. De hosts van dit type podcast bereiden zich enigszins voor op een opname (vaak met een draaiboek) maar werken niet met een script – het gesprek kan en mag alle kanten op gaan en er wordt nauwelijks in geknipt.

Daartegenover staan de podcasts die verhalend worden genoemd. Die zijn strak gescript en gemonteerd, met meestal één host of soms meerdere. In The Trojan Horse Affair bijvoorbeeld vertellen Brian Reed en Hamza Syed samen het verhaal, in zowel de reportages als de voice-overs. In Nederland zijn er ook voorbeelden van verhalende podcasts met meerdere hosts: Generatie 9/11 en De Val van Srebrenica kennen twee hosts en alles wat AudioCollectief SCHIK maakt zelfs drie. 

Er is ook een mengvorm tussen chatcast en verhalend. Hierbij wordt er gebruikgemaakt van voice-overs en reportagemateriaal, maar er is ook een andere vertelvorm. Een van de hosts zoekt iets uit, vergaart tape of neemt een interview af, om vervolgens met de andere host de opnameruimte te betreden. De tweede krijgt de bevindingen te horen en reageert spontaan. Het verzamelde materiaal wordt dus telkens afgewisseld met een studio-/tafelgesprek, waarin de reacties en emoties van de tweede host net zo belangrijk zijn als het inhoudelijke materiaal van de eerste host. 

In Nederland is er nog niet veel geëxperimenteerd met deze vorm, al hebben een paar podcasts zich eraan gewaagd, zoals Atlas en Alicante. En nu dus Wie is Emmy? Want Windhorst en Dekker startten samen een zoektocht, maar hun onderlinge gesprekken, waarin ze aan elkaar presenteren wat ze afzonderlijk hebben uitgevonden, vormen de basis van bijna elke aflevering. 

Braindump
Voor zover ik weet bestaat er geen specifieke naam voor dit genre. De term braindump heb ik weleens voorbij zien komen, omdat je je hersenen leegt bij iemand die bijna niets weet over het onderwerp, die onbevangen kan reageren. Deze reactie mag van alles zijn, maar het lijkt een ongeschreven regel om niet vlak te zijn; desinteresse is immers geen reactie waarop je een verhaal kunt bouwen en waarmee je de luisteraar mee kunt krijgen. 

Bij de Amerikaanse podcasts Radiolab, 99% Invisible en Reply All klinken in de afleveringen met braindumps dan ook altijd fascinatie en nieuwsgierigheid door. De hosts reageren enthousiast op de bevindingen van hun collega’s en stellen voortdurend vragen. Het is een manier om mij als luisteraar ook aan te sporen het onderwerp boeiend te vinden; de reagerende host is misschien wel mijn stand-in. De verwondering van deze persoon is wat ik ook zou kunnen – of misschien zelfs moeten – voelen. Ik zou een van de personen aan tafel kunnen zijn. 

Die verwondering kan over van alles gaan, zelfs over een pietluttig onderwerp, zoals bij Wie is Emmy? Want er zit weliswaar een vreemd luchtje aan dat kleurboek, maar kleine kans dat een van de luisteraars een exemplaar thuis heeft liggen. Als Windhorst en Dekker de identiteit van de maker achterhalen, zal hun leven niet wezenlijk veranderen.  

Windhorst en Dekker zijn nieuwsgierig naar de kleinste details van de wereld om hen heen, waarover ze grote vragen durven te stellen. Wat is er allemaal voor nodig om een kleurboek uit te geven? Hoe kiest Libris welke boeken ze verkopen? Wat zegt het over je als je een pseudoniem gebruikt? Voor antwoorden op die vragen gaan ze te rade bij allerlei vrienden, experts uit het boekenvak of daarbuiten, en bekende Nederlanders als Arnon Grunberg. 

Het duurt wel een aflevering of drie voordat de twee hosts hun draai hebben gevonden. Dat komt voornamelijk doordat ze zichzelf in de eerste aflevering presenteren als tegenpolen: Windhorst is humoristisch, Dekker maakt hele serieuze podcasts. In de praktijk blijkt Dekker helemaal niet altijd serieus, want ze giebelt net zo hard over het kattenfobie- of schizofreniekleurboek als Windhorst. Die op zijn beurt toch ook serieus is, want wanneer hij interviews afneemt stelt hij doordachte vragen; van een jurist wil hij het naadje van de kous weten over wat er precies onder plagiaat valt. 

Het is hun nieuwsgierigheid die aanstekelijk is. Naarmate je meer afleveringen hoort, ga je meer mee in de drang van Windhorst en Dekker om alles tot in detail uit te zoeken. Ze lijken er vooral plezier in te hebben hun bevindingen aan elkaar te presenteren. Windhorst zoekt uit waar de term sensitivity confidential vandaan komt die op enkele kleurplaten staat, Dekker stelt geïnteresseerde vragen over de talloze pdf’s waar hij op is gestuit. Ik zie ze enthousiast zitten aan tafel. Ze klikken door het bewijsmateriaal op Windhorsts laptop, en ik kijk over hun schouder mee naar het scherm. 

Zijpad
Terwijl ik net het woord nieuwsgierigheid opschreef, moest ik plots denken aan Starlee Kine, de maker van de in 2015 uitgekomen podcast Mystery Show. Ze loste insignificante, vreemde en niet-googlebare mysteries op, zoals hoe lang acteur Jake Gyllenhaal is. Eén aflevering staat me nog goed bij, waarin een vrouw hulp vraagt aan Kine over een voorval met Britney Spears. 

Kine belt de klantenservice van een evenementlocatie waar Spears zal optreden en krijgt het voor elkaar dat de medewerker openhartig vertelt over hoe waardeloos hij zich soms voelt en dat zijn vader overleed toen hij vijf jaar was. Deze ontboezemingen hebben weinig met het onderwerp van de aflevering te maken – en brengen de zoektocht nauwelijks verder – maar dat telefoongesprek is hartverwarmend en grappig tegelijkertijd. Kine is charmant, ontwapenend en nieuwsgierig. Ze lijkt er niet op uit gevatte gesprekken te voeren met onbekenden en zijwegen in te slaan. Maar wanneer dat gebeurt, omarmt ze het. 

Als maker weet je dat niet alles wat je kunt vertellen relevant is, dat je niet al je materiaal kunt gebruiken, dat je je darlings moet killen. Je moet immers van A naar B, en alles wat van je pad afwijkt kan verwarrend werken voor je publiek. Maar soms, als je even de berm in wandelt, kan er iets bijzonders ontstaan en onthouden luisteraars een scène na zeven jaar nog steeds, zoals ik me die ene aflevering van Mystery Show nog voor de geest kan halen. 

Waar Kine in haar eentje een zijpad insloeg, vinden de meeste afslagen in podcasts plaats als er meerdere hosts zijn. In de eerdergenoemde chatcasts als De Eeuw van de Amateur is lekker erop los associëren het beproefde recept: host nummer één begint te vertellen over ruziemakende buren, waardoor de ander moet denken aan bolognesechips en de eerste weer een anekdote over stinkende sportschoenen vertelt. Vaak zijn dit spontane associaties, wat de magie van chatcasts blootlegt; de hosts blijken hilarische hersenkronkels te hebben, gedachten waar ik zelf nooit op zou zijn gekomen, maar waarvan ik nu wel kan meegenieten. 

Het aantal zijpaden, of hoelang die duren, maakt in een chatcast nauwelijks uit; er is niet echt een punt B om naartoe te werken, geen einddoel dat behaald moet worden. Als je een halfuur anekdotes over calathea’s kunt ophalen, doe je dat lekker, zolang je medehost (en daarmee je publiek) het nog leuk vindt. Of totdat diegene jou onderbreekt met een nieuw verhaal. 

De weg vooruit
Dat tijdens braindumps ook regelmatig zijpaden ingeslagen worden is niet verrassend – deze podcastvorm is ook deels een chatcast. Maar omdat je een missie hebt, een hoofdvraag die je moet beantwoorden, kun je het je niet veroorloven constant af te wijken van je doel. 

Aan het einde van aflevering 1 van Wie is Emmy? vraagt Dekker aan de kleurboekenuitgever welke hobby’s zij heeft. Het antwoord is niet heel verrassend of enerverend (windsurfen), en Windhorsts opmerking daarna is ongemakkelijk: ‘Ik had een oom die aan windsurfen deed, maar die is nu dood.’ Misschien is het zijn type humor en gewoon niet die van mij, maar door dit zijpaadje lijkt de afstand tussen mij en de tafel plots groter. 

Eerlijk gezegd voelt het nu een beetje oneerlijk om zo’n moment uit Wie is Emmy? te pakken om iets te zeggen over zijpaden. De hele podcast zou je misschien wel als één grote ode aan het nemen van zijpaden kunnen zien. Windhorst en Dekker weigeren namelijk de weg vooruit te nemen naar het antwoord op de vraag wie Emmy is, maar willen eerst allerlei andere informatie tot zich nemen, zoals hoe het uitgeversvak in elkaar steekt. Het is vooral hun nieuwsgierigheid over de wereld die gevoed moet worden, niet per se hun drang om te achterhalen wie Emmy is.

En hoe meer afleveringen je luistert, hoe meer je beseft dat het doel voor jouzelf als luisteraar ook niet zo relevant is, maar dat het gaat om de weg ernaartoe. Die weg die doortrokken is van zijpaden en vol zit met fascinatie en nieuwsgierigheid. Die weg waar je Windhorst en Dekker leert kennen, hun enthousiasme overneemt. Ja, ik wil meer weten over waar kleurboekuitgevers hun kleurplaten vandaan hebben! Ja, ik wil weten of Windhorst zelf een geplagieerd boek kan uitgeven!

Na acht afleveringen te hebben geluisterd, blijf ik mezelf echter afvragen hoe ik gepositioneerd ben ten opzichte van de tafel waar zij aan zitten. Ik heb nog steeds niet het gevoel dat ik aan kan schuiven. Die afstand is niet onaangenaam. Laat hen het werk maar doen, en laat mij maar over schouders meekijken terwijl ik om de tafel heen loop.