Een mountain home in een wereld waarin tijd niet bestaat

Essay over: Dolly Parton's America

Sad Ass Songs
In aflevering 1 van de Amerikaanse podcastreeks Dolly Parton’s America wordt ingezoomd op murder ballads, traditie uit de country, blues en folk. Murder ballads zijn waargebeurde verhalen of legenden. Niet bedoeld om de bezongen tragedies te romantiseren, maar om ervoor te waarschuwen. Parton groeit op in de bergen van Tennessee waar deze nummers werden – en nog steeds worden –  gezongen op porches en bij kampvuren. Daarnaast hoort zij om zich heen ook veel verhalen van pech en verlies. In haar nummers vertelt ze deze en verschuift het perspectief. Ze zet niet de moordenaar in de spotlight, meestal een man, maar zijn slachtoffer. Ze geeft de vermoorde vrouw een stem. Evenals de vrouw in Tennessee die een doodgeboren kindje baarde, door haar eigen man voor gek werd verklaard en van een brug sprong. Sad Ass Songs, noemt Parton ze zelf en lacht daar hard om.

Het zijn precies het soort verhalen dat ik graag schrijf. Voor mijn theaterserie blues in boxes (2011-2016)was mijn uitgangspunt een hedendaagse blues. In de publiciteitstekst noemde ik het: dingen die we verloren zijn, waar we naar verlangen, die we hadden willen hebben. En mijn debuutroman 821 mensen die er ook toe doen (2022) bestaat uit een aaneenschakeling van portretten, ‘plaatjes’ of zeer korte verhalen. Een continue opeenvolging van mensen en gedachten, van verlangen en verdriet, waarin het soms lastig is om elk los verhaal te onderscheiden. Waarin je als lezer kopje-onder gaat – een voortdurende stapeling van tristesse. Dat klinkt zwaar, maar het valt mee. Veel lezers lieten me weten dat ze de korte stukjes verslavend, herkenbaar of ontroerend vonden. Een aantal mensen vloog er zelfs doorheen. Een vriend die zelf behoorlijk wat te dragen heeft en daarom twijfelde of hij er wel aan durfde te beginnen, las vooral het licht. Dat is wat mij betreft de kern: het delen van je verlies door ernaar te kijken. En in dat kijken – voelen dat je niet alleen bent, het verlies overstijgen. 

De verteller van Dolly Parton’s America, podcastmakerJadAbumrad, heeft zich niet eerder in Parton verdiept, zegt hij. Ook hij groeit op in Tennessee, waar zij alomtegenwoordig is. Hij hoort haar nummers bij sportwedstrijden en gaat op schoolreisje naar Dollywood. Hij ziet haar als een steenrijke blondine in pakjes van oogverblindende strass. Over de top en een beetje plat. Nooit te beroerd om een grapje te maken over de omvang van haar borsten. Zijn ingang in haar wereld is de onwaarschijnlijke vriendschap tussen Parton en zijn vader, een Libanees-Amerikaanse arts, die de wereldster jaren geleden in een ziekenhuis heeft behandeld. De zoon heeft geen idee wat hen bindt, wat ze delen. Wat hij wel weet, is dat Parton fans heeft uit compleet tegengestelde werelden; dat ze niet alleen een zeer behoudende, republikeinse achterban heeft, maar ook een vrijgevochten progressieve. Dat rednecks en de regenboog-community tijdens haar optredens op gemoedelijke wijze dezelfde ruimte delen. Hij wil onderzoeken hoe dat kan, hoe zij deze mensen bij elkaar brengt. Het wordt de premisse van zijn serie.

Other Woman Songs
Aflevering 2 gaat over countryzanger en tv-host Porter Wagoner. Over hoe Parton in eerste instantie een sidekick in zijn show is. Over hoe anders ze klinkt dan haar voorgangster. Hoe het live publiek een tough crowd blijkt (haar zelfs weghoont) en hoe Wagoner het voor haar opneemt. Vanaf het moment dat ze duetten gaan zingen, de stemmen niet harmonieus maar complementair: gelijkwaardig, wordt Parton opgenomen door het publiek. En wanneer haar ster in felheid toeneemt, ook solo, neemt die van Wagoner in kracht af. Daar kan de man die altijd in het middelpunt staat slecht tegen. Als Parton besluit dat ze niet met hem verder wil, dat ze haar contract wil verbreken en uit de show stapt, vat ze de tegenstrijdigheden van haar gevoelens samen in een lied. I Will Always Love You. 

Ik hoor het nummer in de originele versie, met het originele verhaal, en word tegelijkertijd teruggeblazen naar mijn tienertijd. Dat is wat muziek kan doen. Het kan je oppakken in de ene tijd en neerzetten in een andere. In 1992 wordt I Will Always Love You gecoverd door Whitney Houston en staat het negen weken op 1 in de Nederlandse Top 40. De Top 40 is op dat moment belangrijk voor mij. Ik ga naar mijn eerste fuiven. Onze ouders huren drive-in disco’s en wij schuifelen in garages en tuinen. Ik word die lente twaalf en kus voor het eerst een jongen uit mijn klas. Ik ben een kind. Ik sta naast het slootje achter ons huis en mis de hoogste noten op mijn kopstem.

Aflevering 6 gaat over other woman songs. De andere vrouw is in dit soort nummers traditioneel gezien de bad guy. Veel female leads willen ‘de andere vrouw’ iets aandoen, houden de ander verantwoordelijk, maar Parton niet. Zij draait het om. Ze bezingt de schoonheid van Jolene, alsof ze zelf verliefd op haar zou kunnen zijn. Ze richt zich direct tot de andere vrouw en stelt zich kwetsbaar op:

I had to have this talk with you
My happiness depends on you (…)
Please don’t take him just because you can

Ook dit nummer transporteert me terug in de tijd. Niet naar één moment, maar naar een hele periode. Ik ben officieel volwassen. Ik woon op kamers en werk op reizend theaterfestival de Parade. Helen en Yvonne zijn De Levende Juxebox. Ze dragen gouden jurken en krullende pruiken. Ze kauwen kauwgom en wachten, verveeld, chagrijnig. Wanneer het publiek hun betaalt zingen ze de door hen gekozen nummers. Jolene zit er altijd bij. Ik werk er tot een paar jaar na mijn afstuderen, van mijn achttiende tot mijn vijfentwintigste en elke zomer is Jolene de soundtrack. Niet in Amerika, maar in Nederland. Mijn Nederland.

Tennessee Mountain Trance
In aflevering 3 en 4 ontdekt Abumrad dat er iets bijzonders gebeurt wanneer Parton over haar geboortestreek praat. Het lijkt alsof ze in een soort trance gaat. Het lukt hem niet om grip op het gesprek te houden. Sterker nog, zijn behoefte om haar als interviewer te sturen, verdwijnt. Ze neemt hem mee naar een totaal andere wereld, waarin tijd niet bestaat. Als hij en producer Shima Oliaee door een neef van Parton uitgenodigd worden om af te reizen naar haar echte ouderlijk huis gillen ze als kinderen. Ze kunnen het niet geloven. Niet het nagebouwde huis in het themapark, maar Partons daadwerkelijke mountain home. Abumrad loopt met zijn opnameapparatuur in zijn eentje door de omgeving. Het doet hem denken aan het dorp waar zijn vader opgegroeide, in Libanon. Het huis van Parton geeft hem hetzelfde gevoel, het ligt op dezelfde hoogte, op eenzelfde manier afgelegen. Hij is er met zijn vader geweest, maar heeft hem er in zijn jeugd nauwelijks over gehoord. Misschien omdat zijn vader niet alleen migrant is, maar ook wetenschapper. Gericht op het nu en op de toekomst. Daar zit geen ruimte voor nostalgie.

Sittin’ on the front porch on a summer afternoon
In a straightback chair on two legs, leans against the wall

Watch the kids a’ playin’ with June bugs on a string
And chase the glowin’ fireflies when evenin’ shadows fall

In my Tennessee mountain home

De vader van Abumrad en Dolly Parton delen een verleden. Andere plek, zelfde tijd. Zelfde gevoel. Een verleden waar de ouders niet over spraken met hun zoon. Ik denk aan mijn eigen vader, die leergierig was en nieuwsgierig naar de hele wereld, maar een huis kocht op nog geen kilometer afstand van de boerderij waar hij geboren werd. Wanneer er op het erf van die boerderij een varken geslacht werd en hij was de eerste die zijn neus in tussen de billen van het dier durfde te steken, dan kreeg hij de blaas. Dat was fantastisch want daar kon je een bal of een muziekinstrument van maken. De boerderij lag vlakbij een oud kerkhof. Rond de hekken lagen schedels uit graven die verjaard waren. Daar voetbalde hij mee. De straat voor het huis was een zandweg. In mijn wereld was vlees iets dat per portie werd verkocht in de supermarkt. Wij hadden een Apple-computer thuis. De eerste, een 128K. Niet veel later stuurde ik faxen naar mijn eerste verkering. Er was nog geen internet. Maar de technologie ontwikkelde zich snel. Ik kon me geen voorstelling maken van de wereld waarin mijn ouders waren opgegroeid, vond de afstand daartoe onoverbrugbaar groot. 

Mijn vader speelde doedelzak. Kempische volksmuziek en Franse boerendansen, Bourrees. Met die muziek groeide ik op. Later speelde hij saxofoon en werd het jazz. Naast gewortelde muziek, zoals de Amerikanen het noemen, hield hij ook van gewortelde kunst. Naïeve kunst. Ook al was het minder dan vijftien minuten lopen van het huis waarin mijn vader geboren werd naar het huis waarin hij overleed. In zijn hoofd kon hij overal naartoe, zijn fantasie was oneindig. 

Ik zag hem twee keer huilen. De eerste keer, in 2005, in Zuid-Afrika. We stonden in een lemen hut, mijn ouders en ik. Er kwam nauwelijks licht binnen en een groep vrouwen zong a capella een lied. De tweede keer was in het jaar dat hij zou sterven, vijf jaar daarna. Ik maakte een voorstelling en mijn lief had een aantal muzikanten gevraagd om als side project een nummer te coveren van Americana band Richmond Fontaine. Nele Van den Broeck (destijds onder de naam NELE) coverde We Used to Think the Freeway Sounded Like a River. Alleen haar stem en een ukelele. Ze had het ons die dag gestuurd. We hadden het allemaal nog niet gehoord en ik speelde het af in de tuin van mijn ouderlijk huis aan de buitentafel, via mijn laptop.

Onze buren waren weg
Ze waren er al lang niet meer
En op de snelweg aan de overkant reden eindeloze auto’s heen en weer
In hun tuin stond een kapotte koelkast en een oude matras
Een tafel met drie poten en iets dat ooit een auto was
En onder de tafel lag een stuk tapijt
Dat was ons huis, als ik mijn ogen sluit woon ik daar nog altijd

De tranen liepen over zijn wangen.

Dollitics
Wanneer ik voor een tweede en zelfs derde keer naar Dolly Parton’s America luister, vraag ik mij af of Abumrad echt zo weinig wist over Parton als hij doet voorkomen. Voor de vertelstructuur werkt het, omdat zijn verbazing een-op-een de mijne wordt. Net als zijn ontroering. Ook de score valt me plots op. Die is op sommige momenten ijl en bijna esoterisch, en op andere bombastisch en dik aangezet, als in een tekenfilm. Abumrad heeft een achtergrond als componist. Dat hoor je. Inhoudelijk is de serie losjes gecomponeerd. De negen afleveringen hebben een zoekend karakter, waarin zijpaden en nieuwe richtingen alle ruimte krijgen. Het maakt de serie grillig, veelomvattend en emotioneel. 

Parton zelf is minder grillig. Zeker als het over de huidige politiek gaat. Ofwel: Dollitics. Wanneer ze zich uitspreekt hanteert ze strakke kaders. Ze wil geen fouten maken, zoals de Dixie Chicks, die zich tijdens een concert in Londen in 2003 negatief uitlieten over president George W. Bush en de Amerikaanse inval in Irak. Hun albums werden van de radio verbannen en verbrand. Ze verloren duizenden fans. Parton vertelt dat ze soms best iets vindt, maar dat ze altijd wacht op het juiste moment om het te delen. The right time. Ze zegt: ik heb fans aan de ene en aan de andere kant en ik wil er voor beide zijn.Een verademing in tijden van wokeness,vind ik. En meteen ook een antwoord op die ene vraag. Hoe ze het toch doet, al die verschillende mensen samenbrengen? Luisteren. Kijken. Wachten. En als ze een knuppel in het hoenderhok wil gooien, dan op het juiste moment.

Voor hard//hoofd maakte Anna een herbewerking van haar essay, hier te lezen.