Dance&Dare

Een gedurfd dossier

Dance&Dare is een project van Domein voor Kunstkritiek & DansBrabant in samenwerking met rekto:verso en cultuurcentrum Corso. De Vlaamse editie is een schrijfcursus die liep van najaar 2021 tot voorjaar 2022, toewerkend naar dit spannende dossier. Lees en bekijk (!) de reeks gedurfde eindessays van schrijvers die nieuwe woorden voor nieuwe dans zoeken.

Dit dossier is een weerslag van een gezamenlijk zoeken. Hoe kunnen we schrijven over dans? Zijn onze teksten belichaamd? Of zijn wij, receptoren, wandelende hersenen?

Schrijfcursus Dance&Dare gaat voorbij aan de mening en maakt ruimte voor een gesprek tussen critici. Voor persoonlijke stemmen die verbinding maken tussen de dans die wij zien en onze levens. Omdat ons zoeken persoonlijk is, zijn onze uitkomsten divers.

Architect Elie schrijft normaal voor recensiewebsite Pzazz een versie of drie, vier. In ons samenzijn deelde hij er minstens zeven. De ruimte nemen om zo precies, zo op woordniveau te formuleren, levert een bijna obsessieve tekst op die, met al zijn kennis van hoe ruimtelijkheid kan werken, volledig recht doet aan dansfilm Kali van Sabine Molenaar/Sandman.

Schrijver en researcher Kasia werkte aan een catalogus van radioactieve lichamen. Vierentwintig fragmenten over ons lichaam in de ruimte. Op het internet. In de krant. In een theater. In een oorlog. In een auto. In de trein. De combinatie van feitelijkheid en spiritualiteit, van binnen en buiten, van kunst en leven, levert een performatieve leeservaring op, met onverwacht emotionele verbindingen.

Dramaturge Liesbeth ging nog verder in haar experiment. Ze maakte een animatie. Dit is voor het eerst, zei ze, dat ik iets heb gemaakt waarvan het me niet kan schelen wat iedereen ervan vindt. Het is bevrijdend om te zien hoe Liesbeth – in de lessen schuchter, niet direct op de voorgrond en in haar teksten super strak – ervoor koos te werken met poëzie en de ruimte vond om iets volledig nieuws te doen. Om voorbij te gaan aan haar eigen oordeel en zich te laten sturen door wat haar aanzette. En daarin was je dan eigenlijk de ideale student, merkt redactielid Hannelore Roth tijdens onze laatste bijeenkomst op. Omdat precies dat durven de opdracht was.

Beeldend kunstenaar Wim moest uiteindelijk afhaken vanwege andere verplichtingen, hij is dan ook niet opgenomen in ons dossier. Toch willen we hem hier niet onvermeld laten. Wim inspireerde ons door de manier waarop hij al vanaf de eerste bijeenkomst dans en leven met evenveel interesse benaderde, het één niet belangrijker maakte dan het ander. Juist op die manier toonde hij ons een eerste glimp, een belofte van nieuwe dwarsverbanden.

Choreograaf en danser Caroline bespreekt het vernieuwende werk van choreograaf en goede vriend Tuur Marinus. Ze volgde zijn maakproces gedurende zeven jaar. Ze beschrijft verschillende momenten uit de afgelopen, zo schrijft ze, 2230 dagen en maakt ons zo onderdeel van de verschillende fases die voorafgingen aan de première van TH LNG GDBY.

Bij Caroline dient het hyperpersoonlijke zich steeds tussen de regels aan. Korte terzijdes, flarden van dialogen of alledaagse observaties geven intieme inkijkjes in wat haar beweegt, en dragen bij aan het fysieke en emotionele begrip van de dans waarover ze schrijft. In de tekst die Caroline indiende voor dit dossier beperkte ze het tot een minimum, maar voelbaar blijft het niettemin.

Doorgewinterde criticus Evelyne, vanuit Domein voor Kunstkritiek en rekto:verso voor de eerste twee bijeenkomsten betrokken voor een stevig theoretisch kader, vertrok niet. Ze bleef meedenken en -schrijven, omdat het durven haar zo aansprak.

Evelyne onderzocht haar onbeschaafde kant, haar woede. De free-writing van de eerste les vond ze verschrikkelijk, zegt ze in de laatste les. Maar op de een of andere Freudiaanse manier is ze het onder het mom van ‘tijdgebrek’ deze hele cursus blijven doen. Het levert een tekst op over erotiek en onmogelijkheid. Over het met blote handen stuk slaan van een glazen deur. Over rammen op een toetsenbord. En een excuus aan Susan Sontag. Nu ja. U leest het zelf maar.