Roestende ravage

De wereld is een grote bouwput. Moderne technologie dicteert dat alles altijd in ontwikkeling moet zijn, de resulterende werken een testament aan onze nijverheid. Maar ook al lijkt het voor de eeuwigheid, het is maar voor even. Ooit overwoekeren planten al wat we bouwen. Ons testament verwatert. Als deze activiteit een zoektocht naar betekenis is, dan laat de wereld zien dat zij ook door draait zonder ons. Alsof er iets is buiten onszelf.

Het is precies dat wat Stalker toont. Regisseur Tarkovski laat ons dat ‘iets’ buiten onszelf voelen. De zoektocht van de drie mannen naar een mysterieuze kamer in de verboden Zone staat voor de mensheid die op is zoek naar zichzelf in een wereld met een eigen wil. Een overwoekerde stad of een verlaten winkelcentrum leidt in de Zone een eigen leven. De gebouwen zijn een mislukt testament waar het universum het beste van maakt.

Er is alle ruimte in het beeld voor de afgelegen Zone. Waar de reguliere wereld een grauwe sepia dystopie is, fleurt de plek van verval juist op met kleuren. In het groene struikgewas omgeven door mist bewegen de drie mannen zich voort. Hun ploeteren is als onze eigen reflectie. Traag van punt a naar punt b zonder functioneel denken. Vaak ver verwijderd van ons, maar de incidentele blik in de camera van een van hen doet ons ontwaken uit de meditatieve sluimering.

Het herinnert ons dat magie in de kleine details zit. De mens is dermate statisch in de beelden van Stalker dat het meeste leven komt van het wuivende gras of het kabbelend beekje. Een wereld die voortbeweegt zonder ons. Het zit niet alleen in de filmische hypnose, maar ook in de geluiden. Je kunt bij wijze van spreken de ogen dicht doen en opgaan in de stilte, onderbroken door waterdruppels. Dit is betekenis. Niet de roestende ravage waar ooit mensen woonden, maar het water waar hun gereedschap in vergaat.