Fluiten in de wind

In Stalker (1979) gaan drie mannen op zoek naar hun grootste hartenwens in de curieuze Zone, een open ruimte waar tijd niet bestaat, waar alles nagalmt, ritselt en ruist. Stukje bij beetje wordt alles losgewrikt – niets is onverklaarbaar, niets wordt verklaard.

Toch is dit een praatgrage film waarbij de vlakke dialogen de onderliggende morele thematiek representeren. Deze komt ook via de stilering van de beelden aan bod. De banale werkelijkheid krijgt vorm door het het prisma van zwart-wit terwijl de Zone plastische kleuren heeft. Het weelderige groen wuift, en de lucht wordt haast tastbaar door het vooruitwerpen van in stukjes witte stof gehulde moeren.

Vlak voor de wenskamer houdt de karavaan halt. De drie reizigers moeten door een afschrikwekkend mechanisme heen stappen: de vleesmolen. In lijn met de rest van de Zone blijkt de afschuw vooral te bestaan uit de eigen ervaring, voortkomend uit een gebrek aan psychologische en spirituele krachten. Waar kinderen ten overvloede de hiervoor vereiste zwakte en flexibiliteit genieten, corrumperen volwassenen deze natuurlijke gaven met kennis. Het uitdrukkingsloze gezicht van Stalker wordt onophoudelijk afgetast, op zoek naar de ervaring van de omgekeerde zendeling, hij die heeft kunnen ‘ontweten’. Ook de Zone bevindt zich in deze oprekbare fase, een prelude op onze volwassen en verdorven moderniteit. Is het dag, is het nacht? Een telefoon rinkelt in de leegte, het mondaine karakter ervan in scherp contrast met de tot dan toe vervreemdende meditatieve ervaring.

Na terugkeer blijkt zijn gehandicapte dochter soepel te kunnen lopen; het fel begeerde wonder is geschied. Een illusie die in een grote camerabeweging uit elkaar spat. Ze zit op de schouders van Stalker, we kijken de groene vallei in. Is dit een droom, is dit de werkelijkheid? De ouders verliezen zich in elkaar en Tarkovksi wil nog iets kwijt. Het kind beschikt over telekinetische krachten, of voelen we alleen maar het denderen van de industriële revolutie? De krachten die wij nuttig achten in deze wereld worden genegeerd ten gunste van het bovennatuurlijke. Als een touwtje aan een glas trekt Tarkovski onze ervaring vlak voor onze neus weg. Aanschouw het werkelijke mirakel: kunst, niet alleen een sociale of esthetische aangelegenheid, maar een acute werkelijkheid die ingeademd dient te worden als pluisjes van een paardenbloem.