Een geheel
Tom vertelt me over Motus Mori: meeting the archive van Katja Heitmann. Hij is door een van de danseressen uit het project geïnterviewd. Ze heeft hem gevraagd hoe hij slaapt en aan de hand daarvan is hij op de grond gaan liggen. In zijn spreken volgde hij al snel het bewegen. Op het moment dat ze met haar handen een draaiende beweging voor haar borst maakte, alsof ze het rollen van een wiel uitbeeldde, dacht hij aan zijn opa. Hij heeft veel over hem verteld. Over hoe langzaam hij liep en hoe Tom, als hij naast hem liep, zelf ook vertraagde. Uit beleefdheid. Hoe hij zijn tempo aanpaste aan dat van zijn opa, zijn maatje.

Hij vertelt me ook dat er een deel is waarover hij niks heeft gezegd. Zijn interne dialoog. Hij vroeg zich af of hij bewoog zoals hij dat onbewust doet, of zoals het hem tijdens zijn opleiding is aangeleerd. Was het echt, wat hij de danseres liet zien, of speelde hij? Hij wilde het niet hebben over zijn opleiding. Daar moest het gesprek niet over gaan.

Als hij mag gaan kijken naar zijn eigen bewegingen, een half uur later, en naar bewegingen die anderen hebben gedoneerd, waarover ze ook hebben gesproken, voelt hij zich gezien. Het zit hier, zegt hij, op zijn borst, onder zijn strottenhoofd, als ik hem vraag het gevoel te omschrijven. Zoals zenuwen, zegt hij. Niet als trots, maar aangenaam, rustig. Alsof hij letterlijk even een stap achteruit mocht zetten om naar zichzelf te kijken. Alsof hij kon uitzoomen en zijn eigen bewegingen ervoer als onderdeel van een geheel.

Geen emotionele cadeautjes
Maria zag Broeders verheft u ter vrijheid van Dries Verhoeven. Ze vertelt over de glazen box op het podium en de mensen die erin opgesloten zaten. Ze zongen. Na afloop had iemand plotseling gevraagd of het wel echt was, of dat ze misschien playbackten? Dat had haar in de war gebracht.

Het was onpersoonlijk, niet emotioneel. De performers zongen het alsof ze ervoor betaald werden, niet alsof ze iets voelden bij elk woord. Wat ze het meest indrukwekkend vond was dat er soms iemand oogcontact met haar maakte, dat ze soms door één van hen bekeken werd. Alsof zij voor hen de voorstelling was. Dat maakte haar scherp, als ze afdwaalde, het hield haar betrokken.

In het boekje las ze dat er in slecht betaalde banen veel vraag is  naar mensen die de taal niet spreken, omdat zij niet in opstand kunnen komen. De performers verstonden waarschijnlijk zelf niet wat ze zongen, zegt ze. Dat was zo anders bij Katja Heitmann, daar heeft ze vandaag een workshop van gevolgd. Tijdens het kijken naar Motus Mori: meeting the archive werd ze steeds opnieuw gegrepen, teruggebracht naar een specifieke herinnering. Je kreeg van Dries geen emotionele cadeautjes,  vraag ik. Nee, zegt ze.

Meerstemmigheid
Het leek me spannend, deze ontmoetingen, in een pandemie. Het is meer dan veertien maanden geleden dat ik één op één in gesprek ging met vreemden, maar ik vind het meteen leuk. Ik kan het nog. Het is helemaal niet moeilijk, zoals ik verwacht had.

Ik denk terug aan mijn voorbereidende gesprek met Joost, die de Academy programmeert. Aan hoe hij zei dat hij het jammer vond dat verschillende groepen studenten weinig samen zouden komen, elkaar nauwelijks zouden kunnen ontmoeten. Ik zei dat ik hoopte dat ik door het delen van mijn gesprekken toch een beetje zou kunnen bijdragen aan dat gevoel van samenkomen, aan het idee van verschillende blikken en meerstemmigheid. Ik ben nog maar net binnen. Ik sprak alleen nog maar met Tom en Maria. Maar ik voel nu al dat het lukt.

1 on 1 is een initiatief van SPRING Academy en Domein voor Kunstkritiek.