Deze week kwamen we in Theater Corso in Antwerpen bij elkaar voor de allereerste bijeenkomst van dansschrijfcursus Dance and Dare, de Vlaamse editie. Een programma van Domein, DansBrabant en rekto:verso.

Zoals elke editie begonnen we met een bijzondere manier van luisteren naar elkaar. Een specifieke manier om elkaar te ontmoeten. Dit is oorspronkelijk een gesprekstechniek, die Dans en Durf Master Anna van der Kruis leerde van regisseur Peerke Malschaert, die hem weer leerde van regisseur Lotte van den Berg (, die…).

Als deelnemer schijf je elk 15 minuten, alles je maar wil, wat in je opkomt – volgt zonder oordeel je eigen gedachten. Daarna lees je het geschrevene hardop voor. Niemand spreekt, reageert, analyseert. Alle aanwezigen herhalen simpelweg hetzelfde nog eens. 15 minuten schrijven. Voorlezen.

We noemen het freewriting. Voor wie nieuwsgierig is en een stukje mee wil lezen, hieronder een fragment van Anna uit ronde twee:

‘Ik houd zo veel van deze ruimte die ontstaat. Hier. Nu. De ruimte die we delen.
Ik ben verrukt.
Over de inkijkjes die ik krijg.
Een slak in de kamer, hoe heerlijk om even totaal in een andere wereld te zijn. Een wereld van dromen.

(En marteling, misschien ook.)

De sigaretten buiten en het gesprekje dat daarbij hoorde. Hoe intiem het is om daar zomaar verslag van te krijgen.
Het danslijf dat ongebruikt bleef. Het verslag van zooms en administratie. Van praten over. Het gemis van de praktijk.
Maar ook het thuiskomen. Niet klaar om weer te vermoederen. Te vermodderen.
Dat raakt me. Het huis buiten. De appelbomen. De kinderen.

De wereld buiten het theater. Buiten de stad.

Mijn hoofd gaat sneller dan mijn handen.

Het gaat zoals het altijd gaat als ik in nieuw gezelschap ben, ik vergeet te ademen.

Ik ben dankbaar. Dat ik op deze manier een beetje houvast krijg.
Dat jullie cv’s aangevuld worden met jullie dromen. Angsten. Observaties. De manier waarop iedereen kijkt.
Straks is er meer houvast. Zijn er voorstellingen waarover we kunnen schrijven. Krijgt iedereen meer tijd.
Toch hoop ik dat iets van de verrassing, de intimiteit, de complete eigenheid van deze woorden, van nu, hier, vanmiddag ook in onze toekomstige schrijfsels een ingang krijgt.
Als dat lukt dan wil ik alles lezen.
Ook al is het niet voor mij geschreven.
Schrijf maar.
Voor jezelf.
Pak maar vast. Keer om. Bewaar. Bevraag.
Becijfer.
Het mag. Allemaal.
“Wij zoeken zelf wel uit hoe we schrijven.”
Want juist op die manier ontmoeten we elkaar.’